Alexander, Jesse en Gert-Jan: houd elkaar stevig vast!
De kabinetsformatie dit voorjaar is spannend voor iedereen die hoopt dat de komende regering werk gaat maken van milieu- en klimaatbeleid. De verkiezingsuitslagen gaven een gemengd beeld weer: aan de ene kant wonnen de partijen die serieus klimaatbeleid willen flink aan kamerzetels: D66, GroenLinks, ChristenUnie en Partij voor de Dieren. Aan de andere kant staan de winnaars VVD en CDA die tot nu toe steeds de rem hielden op klimaatbeleid. En juist die laatste twee zitten in de driver’s seat bij de formatie.
Maar er is reden om te hopen op een kabinet dat meer voor milieu en klimaat gaat doen dan het vorige. Om die hoop te verwezenlijken moeten D66, GL en CU gezamenlijk aan de bak. En het zou wel eens bijzonder effectief kunnen zijn als zij elkaar daarbij stevig vasthouden.
In het meest waarschijnlijke kabinetsscenario (VVD, CDA, D66 plus ofwel GL ofwel CU) is D66 het eerste aan zet. Alexander Pechtold heeft laten weten dat hij het liefst met GroenLinks samenwerkt. Tijd tijde van dit schrijven zijn deze 4 partijen als eerste met elkaar in gesprek. D66 is bijna noodzakelijk als coalitiepartner en verkeert dus in de positie dat ze eisen kunnen stellen: we halen GL aan boord en we zetten in op klimaat. Mocht dat spaak lopen en VVD en CDA vragen het CU erbij, dan kan Pechtold daarin mee gaan maar alsnog eisen dat dit niet tot minder klimaatbeleid mag leiden.
GroenLinks zit in de benarde positie dat ze een mooie kans hebben om mee te regeren, maar ze van de 4 coalitiepartijen de zwakste positie hebben. Niet alleen hebben ze het minste zetels, maar ze zijn ook inwisselbaar voor het CU (of evt. de PvdA). Het gevaar voor GL is daarom dat ze teveel toegeven op hun speerpunten omdat ze bang zijn dat VVD en CDA de handdoek in de ring gooien en onderhandelingen beginnen met de concurrent. Dat zou een race to the bottom met het CU kunnen betekenen. Die race kan echter voorkomen worden als GL en CU aan de voorkant met elkaar afspreken: op klimaatbeleid geven we niet toe en concurreren we dus niet met elkaar.
Als GL en CU bereid zijn elkaar vast te houden, wat dan? Het resultaat van zo’n afspraak is een klassiek prisoner’s dilemma: zelfs al doen GL en CU een klimaat-handjeklap, dan hebben beide partijen nog andere programmapunten. En de eerste die zich niet aan de afspraak houdt en dus toch inlevert op klimaatbeleid, heeft een grotere kans om mee te kunnen regeren en dus haar bredere programma te kunnen verwezenlijken. De vraag wordt dan: durven ze elkaar wel genoeg te vertrouwen om de poot stijf te houden in de onderhandelingen?
Voor de oplossing is D66 weer nodig: D66 kan optreden als ‘arbiter’ waarbij zij aan zowel GL als CU de garantie geven dat D66 niet akkoord gaat met een coalitie waarbij CU of GL water bij de wijn van het klimaatbeleid doet. Zo bezegelt D66 de afspraak tussen CU en GL, en lost het prisoner’s dilemma (en daarmee de concurrentie op klimaatbeleid) op. Aan CU en GL is dan alleen nog de taak om over de eigen schaduw heen te stappen. Zij moeten bereid zijn om deze afspraak te maken en daarmee te zeggen: we willen allebei regeren en kunnen met elkaar concurreren op de rest van ons programma, maar de noodzaak van klimaatbeleid staat voorop.
Tot slot is er nog een troefkaart die roet in het triumviraatsetentje kan gooien: de PvdA. Mochten GL en CU te hard onderhandelen dan kunnen VVD en CDA de PvdA uitnodigen. De PvdA is minder hard qua klimaat- en milieubeleid en zal op dat vlak makkelijker zijn in de onderhandeling. De vraag is echter hoeveel de PvdA van haar punten moet inleveren om voor VVD, CDA en D66 een betere coalitiepartner te zijn dan GL of CU. Zij zullen daarvoor flink de concurrentie aan moeten gaan met de andere twee.
Als de PvdA dat wil doen dan zouden ze de afspraken tussen CU, GL en D66 wel eens kunnen passeren. Maar het zou zeer onverstandig zijn voor de gedecimeerde PvdA om in die concurrentiestrijd mee te doen. Het lijkt daarom onwaarschijnlijk dat ze dat zullen doen. Daarmee is dit scenario vooral een pressiemiddel dat VVD en CDA wellicht zullen gebruiken in de onderhandelingen met GL of CU. Het is aan de laatsten om dit te laten voor wat het is: een loos dreigement.