To cope or not to cope?
That is the question.
Coping, de manier waarop iemand met problemen en stress omgaat, gebeurt sowieso. Iedereen heeft zijn eigen mechanismen of strategieën. Deze zijn alleen niet altijd even effectief. Ik geef het toe, ik hoef niet heel erg diep na te denken om eigen voorbeelden hiervan naar boven te halen.
Zo kon ik me als kind heel goed richten op iets anders, namelijk mijn eigen vingers. ‘Wow, wat een interessante nagels heb ik, ik zie hier precies een velletje, dat hangt toch wat in de weg. Vingers in de mond en bijten maar, met volle concentratie.’ Vermijding en negeren. Net zo makkelijk wandelde ik samen mét mijn vingernagels gewoon achteruit en ontvluchtte ik de ruzie. Of de stemverheffingen. Die klonken voor mij al als ruzie. Ik was altijd bezorgd als mijn ouders onderling ruzie hadden en zeker ook wanneer het om mij ging. Altijd met gegronde redenen, geloof ik, maar ik ben zodanig angstig iemand teleur te stellen, dat ik nogal een liegebeest was. Vermijding als copingstijl dus.
Daarnaast hanteer(de) ik nog een andere copingstijl: machteloze passiviteit. ‘Het loopt altijd fout.’ Ik ben een kei in mezelf onder een warm deken te wentelen in zelfmedelijden als een opgerold wentelteefje. Vroeger waren daar heel veel gefaalde traantjes bij, tegenwoordig is die voorraad op. Op zich kan deze overdrijving constructief werken: aanvaarden dat er inderdaad iets mis gegaan is. Maar, aanvaarding, laat dit nu net mijn buisvak zijn.
Maar hé, ‘proberen om te leren’ is het motto van mijn elfjarige dochter en gelijk heeft ze. Zo is afleiding een coping waar ik afgelopen jaar hard mee aan de slag ben gegaan. In een negatieve situatie zit ik zodanig in mijn hoofd, beladen met zwarte monsters op mijn schouders en rond mijn ruggengraat gekronkeld, dat ik het moeilijk vind om deze copingstijl toe te passen. Beetje bij beetje lukt het me om al sneller een andere focus te zoeken. Schrijven bijvoorbeeld, maar dan moet ik opletten dat het niet te zwartgallig wordt. Ietwat belachelijke rijmpjes zijn een optie. Spelen met de Playmobil ook. Samen met mijn zoon, voor alle duidelijkheid.
Nagelbijtend denk ik na over andere afleidingsmanoeuvres, maar door de stress werkt mijn brein trager. Het is dan ook nog vroeg in de ochtend. Nee, het is al bijna middag. Het doet me er aan denken dat het aperitieftijd is. Maar laat dat nu net geen ideale copingstijl zijn. Helaas. In ieder geval niet als het (steevast) is om je emoties te ontvluchten. Ondanks dat ik dan sneller sociaal ben en voorzichtjes steun durf te zoeken bij vrienden.
In het steun zoeken zou ik heel graag willen groeien. Mede daarom heb ik al negen maanden geen druppel alcohol gedronken. Ik wil het leren, oefenen, proberen om mijn hart te kunnen luchten, zodat ik er weer sneller tegenaan kan. Zonder roes.
Proberen om te leren. Daar klinken we op! (Met een homemade ice tea natuurlijk.)
Weten hoe coping kan werken vanuit het perspectief van de therapeut en wat de literatuur hier over zegt? Bekijk hier het item van Marthe waarin ze dit beschrijft.
1 reactie
[…] je weten hoe copingstijlen beleefd kunnen worden vanuit het perspectief van de cliënt? Lees hier het item van Elke over haar ervaringen met […]