Waarom India?

Waarom India?
De vraag komt vele keren voorbij voordat ik de trein naar Schiphol pak. Zelfs in het vliegtuig vraagt een Deense zakenman me waarom ik op vakantie ga in India. Hij was in zijn jonge jaren als zeeman de hele wereld over geweest en kon de woorden vakantie en India niet met elkaar rijmen. Nu moet ik zeggen dat ik ook wel moeite heb met het woord vakantie voor een dergelijke reis als die ik aan het maken ben. Eigenlijk moeten we het reizen noemen, maar ook dat dekt niet geheel de lading. Je bent immers niet de hele tijd op reis, soms blijf je ergens enkele weken steken.
India is uniek, maar wat maakt het nu zo bijzonder? Als je hier bent dan worden de verschillen met de westerse wereld snel en soms op pijnlijke wijze duidelijk. De armoede is tastbaar. Maar armoede heb je ook op andere plekken. De verkeerschaos? Ja die is extreem, inhalen heeft hier verdacht veel weg van het spelen van ‘chicken’ met de tegemoetkomende bestuurders. Vooral bussen spelen graag dit spel. Tussendoor zwermen de scooters en motoren. De bestuurders dragen veelal geen beschermende kleding en slechts af en toe een hoofddeksel dat voor een helm moet doorgaan. Zo lijkt de gele bouwhelm erg geliefd, maar ook de paardrijhelm (hoe heet zo’n ding officieel?) en de Duitse pothelm komen voorbij gezoefd. Dit alles onder een begeleidend orkest van HONK HONK TOETTT.
De straten en wegen waar men door heen gaat brengen ons bij het volgende punt. Het afval. India lijkt één grote vuilnismannenstaking. Overal ligt afval. Mensen gooien hun zooi gewoon uit de rijdende trein of bus. Het huisvuil eindigt vaak op straat of op een daarvoor toegewezen veldje in het dorp. De bijbehorende stank kan overweldigend zijn, zeker in een grote stad met een dikke topping van smog. Eigenlijk zijn Indiase steden voor ons de ultieme chaos.
Waarom dan toch op reis naar India? Of zullen we het maar op avontuur naar India noemen? Mensen zeggen altijd over India: ‘you love it or you hate it’. En ik denk dat dat waar is. De extremen zijn te groot voor een compromis.
Voor mij is India haar bevolking. De mensen hier zijn ongelofelijk aardig. Daar waar we in Nederland het liefst vier treinbankjes voor onszelf claimen, schuiven hier rustig nog een vijfde, zesde en zevende persoon aan zonder dat er geklaagd wordt. Niet alleen dat, ook kletsen de mensen gezellig samen. Heel verfrissend na alle Nederlanders die aan hun mobiel geplakt zitten. Verder wordt ook al het eten gedeeld. Ik ben al menig maal volgepropt in een trein en eet dan ook maar niet meer voor ik ga reizen. Het is hier namelijk geen uitzondering, maar de standaard.
Men zegt wel eens dat als er in plaats van Indiërs bijvoorbeeld net zoveel Fransen in India zouden wonen, dat het binnen de kortste keren oorlog zou zijn. Indiërs hebben geleerd om samen te leven onder vaak zware omstandigheden en om elkaar te waarderen en respecteren. Alle geloven en culturen leven hier door elkaar heen.
Indiërs zijn mensen van het hart. Een heel groot, warm hart.