Als de staat aan De Staat geeft
De Staat. Die band met mannen die eruit zien alsof ze door hun kledingkast zijn gevallen en alles wat aan hun snor bleef plakken maar hebben aangetrokken, krijgt bijna een miljoen euro subsidie. Verdeeld over vier jaar, als meerjarige activiteitensubsidie van het Fonds Podiumkunsten. Toen dit twee dagen geleden bekend werd gemaakt raakte de poep de sociale ventilator, want het bedrag was te hoog, het was verbijsterend dat het naar een popband ging, en dan was er nog de dubbelrol van de manager van de band, die ook als adviseur bij het fonds bleek te werken.
Ik snap die ophef wel. Een fonds is er om te ondersteunen. En een popband, die opereert in een sector waar meer dan vier keer zoveel geld omgaat als in andere muzieksectoren in Nederland, is dan niet de eerste kandidaat die bij me opkomt. Daarnaast, aangezien het fonds is ingesteld door het ministerie van OCW betreft het hier belastinggeld, dus een zeker recht van spreken hebben de tweeps wel. Maar goed, het fonds heeft er ongetwijfeld goed over nagedacht.
Maar wie heeft er dan precies over nagedacht? Wat dat was de andere helft van de kritiek: heeft de manager van De Staat invloed gehad op de toekenning van de subsidie door haar werk als adviseur bij het fonds?
Om hun kant van het verhaal te doen mochten frontman Torre Florim en manager Arjo Klingens vanochtend bij Giel Beelen aanschuiven op 3FM. Met de voor hem karakteristieke ruggengraat als een bakje warme vla gaf Giel de heer en dame van de band zonder één kritische noot het podium wat ze nodig hadden om de mediastorm wat te bedaren. Gelukkig maakte de manager hier optimaal gebruik van om voor eens en altijd alle schijn van belangenverstrengeling weg te nemen:
Dat kan, zeg maar, praktisch gesproken niet, omdat ik van tevoren absoluut niet weet wie er in de commissie zit die mijn stuk gaat beoordelen. Dus dat zijn volgens mij iets van zeven of negen mensen dacht ik, in totaal.
Dat moeten gezellige verjaardagsfeestjes zijn bij haar. ‘Nee, oma kon er niet bij zijn, ik had al zes mensen gebeld, sorry het was gewoon praktisch onmogelijk om haar ook nog te bellen.’ Met een dergelijk non-argument overtuig je natuurlijk niemand. En met die gespeelde verbazing ook niet. Je had op je vingers kunnen natellen dat mensen je vragen gaan stellen over deze ‘Wij van Wc-eend adviseren Wc-eend’-constructie.
Ik zeg helemaal niet dát er sprake is van belangenverstrengeling, maar wel dat het de schijn ervan heeft. Toegegeven, het is een vrij onmogelijke opdracht voor een fonds om adviseurs met kennis van zaken te vinden die niet verbonden zijn aan een culturele instelling die ooit een subsidie-aanvraag gaat indienen, maar zorg dan in ieder geval voor een beter antwoord waarmee daadwerkelijk de schijn wordt weggehaald.
Desalniettemin, heren van de band en dame manager, knap gedaan, de enige popband die een dergelijke subsidie krijgt deze ronde, gefeliciteerd.
Als tegenhanger een item over een andere muziekvorm waar ook veel subsidie naar gaat, en wat deze tak van sport kan doen om van die afhankelijkheid af te komen:
Gooi die vooroordelen overboord en laat je overrompelen. Want zolang zowel de opera als het publiek die stap niet nemen zal de subsidie hard nodig blijven.
– Figaro Figaro Figaro! 19 oktober 2015