Ben Yehuda van het Aramees

Amal Marogy is docent Arabisch aan Cambridge University. Naast haar academische werk is Amal ook een social entrepreneur en oprichtster van twee stichtingen: Aradin Charitable Trust (2013-2020), nu doorgegaan als het Eli Shlama Intercultural Language Training and Executive Coaching, en het Ilanta Institute for Intercultural Excellence. In beide instellingen speelt taal een grote rol.
‘Taal is meer dan vaardigheden. Taal geeft uiting aan wie wij zijn. Taal is de meest duidelijke manifestatie van het mens zijn en dat wij gemaakt zijn om relaties te onderhouden met anderen. In mijn eigen familie wordt ik geconfronteerd met een stervende taal, het Aramees. Het is ongelofelijk. Vierduizend jaar heeft deze taal en haar dialecten overleefd. Nu spreekt eigenlijk niemand in mijn familie deze taal meer. Wat een verlies! Niet alleen de taal, maar ook onze cultuur gaat daarmee verloren.’
Mede gesteund door deze wetenschap richtte Marogy in 2012 de stichting Aradin op. De stichting richt zich op de bescherming van culturen en talen in het Midden-Oosten. Dit concept was weinig vatbaar voor veel internationale organisaties, totdat de Taliban in 2001 de Boeddha’s van Bamyan verwoeste. In 2012 waren de hoogtijdagen van de oorlog in Syrië en de opkomst van ISIS. Met de opkomst van ISIS wist Amal dat het niet lang zou duren voordat andere belangrijke historische en culturele artefacten verloren zouden gaan. In rap tempo werden dan ook Palmyra, Nimrud, Raqqa, Aleppo en nog veel meer plaatsen tot de grond toe gelijk gemaakt. Daarmee raakten niet alleen locaties, maar ook gemeenschappen beschadigd, en hun geschiedenis geraakt.
‘Maar Aradin was meer dan enkel bescherming van culturen en talen. We waren ook een hulporganisatie als het ware. Wanneer ik in de regio ben, kijken mensen mij twijfelend aan. Ze zien mij als een academicus die in de regio voor onderzoek komt, terwijl er behoefte is aan drinkwater en onderdak. Met dat laatste waren wij ook bezig, maar taal en cultureel erfgoed zijn ook belangrijk. Dat is wie wij zijn als mensen. Het is niet een overbodige luxe om je eigen taal te behouden. Taal geeft uitdrukking aan een manier van zijn. Het is geen accessoire, maar de essentie van wie wij zijn. Organisaties als ISIS gebruiken juist het onderdrukken van taal om gehele gemeenschappen van de kaart te vegen. Als een locatie wordt opgeblazen, dan zijn we al te laat. ’
Het belang van de menselijke verbintenis met taal blijft een rode draad voor Amal. ‘Als je cultuur en taal wilt beschermen, dan ben je automatisch ook mensen aan het helpen. Je kunt niet alleen een manuscript redden. Het behouden van talen ligt juist in het helpen van mensen. Dat kan ook niet anders, gezien taal draait om het onderhouden van relaties met mensen en hun gemeenschappen. Deze staan dus voorop. Dat was voor mij een enorme doorbraak in mijn manier van denken en van aanpak. Ik vraag vaak naar foto’s, dan komen er vanzelf ook verhalen en met die verhalen haalt men ook weer de emotionele waarde aan die achter die foto schuilt. Ik neem nooit een foto mee, slechts het verhaal zelf. Die foto’s en artefacten moeten juist in de gemeenschap blijven en zij moeten er trots op zijn en zorg voor gaan dragen. Het is door dit soort gesprekken dat men weer die trots gaat voelen en bewust wordt van hoe waardevol hun cultuur is – niet alleen voor henzelf, maar voor de hele wereld. Corruptie uitbannen – of in ieder geval verminderen- draagt dan ook bij aan taal en cultuurbescherming. Uiteindelijk gaat het namelijk om het agentschap van de gemeenschap.’
We bellen, maar Amal kan mijn vragende gezicht door de telefoon duidelijk horen. ‘Kijk,’ gaat zij verder, ‘je moet de jongere generatie voor je winnen. Als zij inzien hoe waardevol hun taal en cultuur is, dan gebeurt er wat. Nu zie je dat jongeren zich vooral naar de dominante taal en cultuur schikken. Dat heeft uiteraard economische en politieke voordelen. En waarom zou je als jongere je best willen doen voor een nutteloze en zogenaamd onbruikbare taal? Wij zijn taal als een gebruiksvoorwerp gaan zien, een instrument om bepaalde doelen mee te gebruiken en wij hebben de neiging ons alleen in te spannen voor zaken die nut hebben. Die houding vermoordt talen en daarmee ook een deel van onze gedeelde menselijkheid. Wij zijn meer dan een gebruiksvoorwerp. Het is gevaarlijk om mensen te reduceren tot in hoeverre zij bruikbaar of dienstig zijn. Taal is net zo, ja het is bruikbaar, maar het is ook een manifestatie van alles wat de mensheid nog meer is en aspireert te zijn. Het is aan jongeren om dan te kiezen: ga ik nog deze taal spreken?’
Amal pauzeert even. ‘Jij weet dit trouwens donders goed. Je partner spreekt Fries en zelf heb je Hebreeuws gestudeerd en behoort tot een minderheidsgemeenschap. En je weet daarom ook prima hoe één persoon een taal weer nieuw leven in kan laten blazen. Kijk naar Ben Yehuda. Hebreeuws was alleen nog een liturgische taal en nu is het een nationale taal van Israël. Één iemand moet erin geloven dat het kan.’
Ben jij dan de Ben Yehuda van het Aramees? Vraag ik. Amal lacht. ‘Nou, dat is te veel eer! En het gaat niet alleen om het Aramees. Overal verdwijnen dialecten. En wat is dat jammer! Ik denk vaak dat ik meer had moeten doen om ook die dialecten te beschermen en jongeren had moeten stimuleren juist vast te houden aan die dialecten. Ik ben niet Boeddhistisch, maar toen de Banyam beelden werden opgeblazen voelde de hele wereld pijn. Het begint met iets fysieks, maar al snel wordt een hele cultuur weggevaagd. En dan raken mensen hun identiteit kwijt. Het is aan de wereld als geheel en aan alle individuen om over hun taal- en cultureel erfgoed te waken.’
Ik schuifel wat met mijn voeten en beken dat ik ook nooit Jiddisch heb leren spreken. Dat vond ik vroeger nooit interessant, maar nu voelt het als gemis. ‘Mensen maken nu eenmaal een keuze, vaak om sociaal-economische redenen, om erbij te horen, maar veel taalkeuzes gaan gepaard met een bepaald trauma. Dan nemen mensen afstand van alles wat met dat trauma gepaard gaat en daar valt taal ook onder. Als taal een bron van leed wordt, wil je dat niet aan je kinderen meegeven. In de regio in Irak waar ik vandaan kom hadden alle kinderen in de generaties voor mij een Bijbelse naam of werden naar heiligen vernoemd. Mijn generatie, van de jaren 60, is de eerste generatie waarbij wij allemaal een Arabische naam kregen, om te voorkomen dat we gediscrimineerd zouden worden en geen werk zouden kunnen vinden. Met die keuze zijn ook millennia aan namen verloren gegaan. Mijn oma heeft de naam van haar jongste zoon nooit fatsoenlijk kunnen uitspreken. Die keuze vloeit voort uit een trauma. Dat is niet iets wat je hen kan verwijten. Die keuze is gemaakt om de komende generaties veiligheid te kunnen bieden. Maar nu komen wij op een punt dat wij ook weer keuzes moeten maken. Wanneer wij in een veilige situatie belanden kunnen wij er weer voor kiezen om ons wel weer te verdiepen. Jij hebt dat zelf ook gedaan door wel Hebreeuws en Semitische talen te studeren. Daar gaat het om: taal is belangrijk, maar het gaat in beginsel om met elkaar kunnen te communiceren en veiligheid en genegenheid te creëren om culturele uitingen weer te waarderen. Wanneer je je identiteit gevonden hebt, kun je daarmee ook bijdragen aan de samenleving.’
Dat samenbrengen van identiteit is waar het Ilanta Institute for Intercultural Excellence zich nu op richt. Amal is daar een interculturele coach die jongeren die in Europa arriveren vanuit de regio helpt hier te aarden zonder zichzelf daarin te verliezen. ‘Het is eigenlijk een soort missiewerk. Ik geef terug wat ik ook heb ontvangen toen ik in België arriveerde als jonge student. Ik ben door verschillende fases gegaan en ben toen geholpen door fantastische mensen. Dat wil ik nu weer meegeven aan anderen en laten zien dat het niet helen van die trauma’s op iemands identiteit of het niet serieus nemen van identiteit tot grote problemen kan leiden.’
Een ding begrijp ik niet. Ik ken Dr. Marogy als academica gespecialiseerd in Sibawayhi, een taalkundige en een van de belangrijkste Arabische grammatici (760-796). Hoe is ze overgestapt van het schrijven van een 238 pagina tellend boek over Arabische syntax naar noodhulp ondersteuning in Irak en intercultureel- en migratiebeleid in Brussel? Amal lacht. ‘Eigenlijk kon het juist niet anders. Er is een sterke lijn in Sibawayhi’s geschriften: “zeg iets moois of wees stil.” Ik kan mij dan ook helemaal vinden in Fjodor Dostojevski’s citaat “schoonheid zal de wereld redden”. Het allereerste Arabische grammatica boek dat door Sibawayhi werd geschreven is geen boek vol met regels, maar juist een beschrijving van alle manieren waarop men de Arabische taal spreekt. Dat is waarom hij ons regels kon meegeven, doordat hij niets uitsloot. Hij beschreef slechts wat mensen onderling hadden besloten en welke esthetische waarde daaraan werd gegeven. Iets is mooi, lelijk, goed of slecht. Sibawayhi focuste juist op de intentie van de spreker en in hoeverre de luisteraar die intentie ook kon begrijpen door bepaalde woordkeuzes. Daarmee gaf hij taal naast een esthetische ook moralistische regels mee. Sibawayhi herinnert ons eraan dat taal zoveel meer is dan grammaticale regels. Grammatica is er om ons te ondersteunen om onze intenties goed over te dragen en om dat dan ook nog eens mooi uit te drukken. Door verwarring weg te halen maakt hij de wereld juist een stukje beter. Ik begon ooit met Sibawayhi te lezen om meer over voorzetsels te leren, maar ik raakte gefascineerd door zijn manier van kijken naar een taal en de regels die nodig zijn om betekenis te geven. Daarin kijkt hij helemaal niet naar alle details, ook al schrijft hij zelf uiterst gedetailleerd, maar bekijkt hij hoe men communiceert. Ik houd echt van al-Sibawayhi. Hij beschrijft de taal zoals die is, de taal van alle dag en van iedereen, en niet een opgehemelde versie van die taal. Daarnaast gaat zijn werk ook voorbij politieke dimensies. Het bracht iedereen samen, ongeacht tot welke stam, groep of partij zij behoorden. Ook nu nog komen politieke vijanden samen om zijn werk te bespreken. Het werk van een historisch figuur die op zijn dertigste nog een taal leerde en daarvan een erudiete beschrijving gaf. Die passie en dat vuur probeer ik nu ook aan volgende generaties mee te geven. Het is hard werken, maar het maakt voor mij dat ik stellig geloof in dat het Aramees het waard is om voor te blijven vechten. Daarom dat ik ook weer organisaties heb opgericht na Aradin, om te zorgen dat het vuur niet dooft.’
Na bijna twee uur gebeld te hebben moet Amal zich voorbereiden op een reis naar Engeland. Hoewel Amal mij Arabisch heeft onderwezen bekruipt na ons telefoon gesprek mij het idee dat het misschien ook tijd voor mij is om eens DuoLingo Jiddisch erbij te pakken.
Dit item is onderdeel van de serie Kaf spreekt!.
In deze themamaand over taal schrijven verschillende experts over de invloed die taal op hen heeft; in hun vakgebied, hun kunst of hun leven.
1 reactie
[…] sprak Amal Marogy, een docente Arabisch aan Cambridge University, over Arabische talen in een veranderende wereld. Daarnaast interviewde ze Polly Morton, een English Communication Coach, over het belang van de […]