Broodnodige neologismen

Zwart-wit. Zo komt het huidige medialandschap tegenwoordig op mij over. Terwijl we inmiddels beschikken over beeldschermen die vele miljoenen kleuren kunnen weergeven. Jammer dat we daar geen gebruik van maken in de vele discussies die op onze schermpjes worden gevoerd. Oog om oog, tand om tand. Misschien is het wel leuk en handig om elkaar eens wat nieuwe termen voor te schotelen en samen te kijken of we daarmee wat relaxter en vruchtbaarder kunnen communiceren.
‘Racisme’. Elke uiting op sociale media wordt te pas en te onpas uitgelegd als ‘racisme’. Vervolgens valt daar weer een berg boze witte mensen overheen die stelt dat ‘de racismekaart altijd weer getrokken wordt’ en dat dit onzin is. Hiermee bevestigen ze niet direct hun racisme, maar wel het apart zijn, het anders zijn dan de ander. En ja, ze geven met hun nukkige ‘Nietes!’ een waardeoordeel over ‘de ander’. Beter zou zijn om racisme te nuanceren, zoals we dat met egoïsme doen. Want een mildere vorm van egoïsme is egocentrisme: jezelf zien als het centrum van de wereld, jouw waarden zijn de algemeen geldende waarden. Zo kunnen we de term ‘racentrisme’ gaan gebruiken: jouw ras met haar waarheid, waarden en cultureel geërfde kinderfeesten is de maat. Alle andere rassen met hun ideeën en culturen mogen aan de zijlijn meekijken en af en toe iets roepen, maar daar ga je niet per se naar luisteren. Niet omdat je superieur bent aan hen, maar omdat op dit stukje aarde mensen van jouw ras de fundamenten hebben gelegd voor de samenleving die nu bestaat.
Over ‘samenleving’ ga ik binnenkort ook even nadenken, want van ‘samen’ is door de huidige polarisatie en groeiend wantrouwen richting elkaar nauwelijks sprake meer.
‘Vreemdelingenhaat’. Persoonlijk vind ik het vreemd dat xenofobie, dat letterlijk ‘vreemdelingenangst’ betekent, in het Nederlands tot haat wordt omgesmolten. Wat een boer niet kent, dat eet hij niet. Maar blijkbaar veracht hij het vreemde voedsel ook direct. Het is niet zo gek dat je aan angst voor het een of ander een naar gevoel overhoudt, maar om dit meteen tot haat te bombarderen lijkt me wat rigoureus. En dan het eerste deel van het woord, ‘vreemdelingen’. Vreemdelingenhaat richt zich helemaal niet tot alle vreemdelingen, maar tot die groep mensen waarvan men de cultuur, religie of gewoonten vreest. Dus in plaats van vreemdelingen zijn dit mensen die buiten je sociale referentiekader vallen. Daarnaast bestaat de angst dat hun gewoonten en religie inbreuk zullen gaan doen op jouw knusse bestaan, waar je voorvaderen zo hard voor gewerkt hebben. Misschien dekt ‘hulliehuiver’ de lading beter.
De almachtige spellingcontrole zet onder mijn ideeën een rood golfje. Jammer, maar logisch. Zou een ’taalgebruikcontrole’ wellicht een idee zijn, met rode, groene en regenbooggolfjes als aanmoediging voor origineel en positief taalgebruik?
Dit item is onderdeel van de serie Kaf spreekt!.
In deze themamaand over taal schrijven verschillende experts over de invloed die taal op hen heeft; in hun vakgebied, hun kunst of hun leven.