Niets is onmogelijk

‘Mama?’
‘Ja jongen.’
‘Kan ik later circusdirecteur worden?’‘Jij kunt alles worden wat je wilt, want jij bent mijn knappe slimme lieverd!’
‘Maar mama …’
‘Ja jongen.’
‘Kan ik wel ècht circusdirecteur worden?’
‘Wat bedoel je?’
‘Nou, je zegt ook altijd dat papa een clown is, maar die is ook gewoon viezeterapuit.’
‘Fysiotherapeut, ja dat is hij ja.’
‘En geen clown.’
‘Nee.’
‘Zie je wel!’
‘Maar jongen, soms zijn wie je bent en wat je doet niet hetzelfde.’
‘Wat bedoel je mama?’
‘Soms zijn mensen een clown, terwijl ze eigenlijk fysiotherapeut zijn. En andersom gebeurt dat ook.’
‘Maar mama, waarom worden ze dan niet wat ze eigenlijk zijn?’
‘Ja, als we dát eens wisten …’
…
‘Maar mama?’
‘Ja jongen.’
‘Hoe word ik nou circusdirecteur?’
‘Weet je, misschien ben jij nou juist wel een fysiotherapeut. Een echte. Ja, dat denk ik eigenlijk. Jij bent een echte fysiotherapeut. Kijk je handen nou eens! Echt de handen van een fysiotherapeut.’
‘Maar ik wil helemaal geen vizioterapuit zijn!’
‘Maar wat je wilt zijn en wat je bent, dat is weer heel wat anders.’
‘Ik snap er niks meer van.’
‘Dat kan ik niet. Nee, nog iemand in dit huis die fysiotherapeut is, maar denkt dat hij een circusartiest is omdat hij dat wil zijn, dat kan ik niet aan. Hoeveel patiënten er al niet zijn weggelopen door die mislukte grappen van je vader, je moest eens weten. Er komt alleen maar ellende van jongen! Luister goed naar mij. Jij wordt gewoon fysiotherapeut, in de praktijk van je vader. En waarom? Omdat je een fysiotherapeut bent jongen, daarom.’
‘Nou, dat geloof ik niet!’
‘Rustig maar, dat komt wel.’
‘Nee!’
‘Ach Peter-Jan, wees blij dat het nog lang niet zover is. En zeg nou zelf; Praktijk Rens klinkt toch veel chiquer dan Circus Rens?’