De radicale verlichting

De 17e en 18e eeuw hebben de basis gelegd voor de ‘radicale verlichting’, aldus Jonathan Israel. Tegenwoordig is er veelvuldig kritiek op deze radicale verlichtingsidealen, terwijl deze juist nu onmisbaar zijn als intellectuele basis voor de sociaal-politieke vooruitgang. Wat zijn deze idealen precies, waaruit bestaat de kritiek, en waarom is deze kritiek (deels) onjuist?
De radicale verlichting werd, volgens Israel, het duidelijkst geformuleerd in het werk van Spinoza, met name in zijn rationalisme, materialisme en secularisme. Volgens Israel onderscheidt de radicale verlichting zich van meer gematigde stromingen binnen het verlichtingsdenken (bijvoorbeeld van denkers zoals Locke of Voltaire) door het feit dat de eerste stroming zich zoveel mogelijk wil afscheiden van de gevestigde orde terwijl de gematigde verlichtingsdenkers een middenweg probeerden te vinden tussen verlichtingsdenken en de gevestigde (religieus en politiek conservatieve) orde.
Veel hedendaagse idealen vinden hun oorsprong in deze radicale verlichting, zoals het gebruik van rede en wetenschap voor de stapsgewijze verbetering van de samenleving, secularisatie, en de ontwikkeling van (potentieel) universalistische idealen zoals individuele mensenrechten. Deze idealen klinken nog steeds door in emancipatoire bewegingen zoals feminisme, antiracisme en dierenrechtenactivisme. We herkennen veel van deze idealen ook terug in het hedendaagse seculier-humanisme, opnieuw onder de aandacht gebracht door bijvoorbeeld Steven Pinker.
Als onderdeel van deze idealen kunnen we ook de vrijheid van expressie en kritiek noemen (bijvoorbeeld in de wetenschap of journalistiek), die volgens Popper onderdeel is van de ‘open samenleving’. Zeker de kritiek op (politiek of religieus) dogmatisme en autoritarisme zijn belangrijk in deze open samenleving en vormden een belangrijk onderdeel van de radicale verlichtingsidealen.
Het feit dat de radicale verlichtingsidealen tot op de dag van vandaag nog radicaal genoemd kunnen worden (Isreal schreef zijn werken rond het begin van de 21e eeuw) wordt ook duidelijk als we kijken naar de (vaak kritische) reacties op deze idealen vanuit de politiek.
Vanuit het politieke rechts kan men op minstens twee verschillende bewegingen onderscheiden die zich kritisch verhouden tot de radicale verlichtingsidealen. Aan de ene kant zijn er de religieus-conservatieven, en aan de andere kant de rechts-nationalisten of cultuur-conservatieven. Het doelwit van de eerstgenoemde groep partijen zijn (vanzelfsprekend) secularisatie, fundamentele kritiek op religieuze normen en waarden en het autonoom gebruik van de menselijke rede. Met dit laatste bedoel ik het voorop stellen van de redelijkheid van onze overtuigingen en de redelijke analyse daarvan in plaats van ons laten leiden door politieke of religieuze dogma’s of de ideeën die op dat moment gangbaar zijn in de tijdgeest.
Rechts-nationalisten of cultuur-conservatieven bewegingen lijken vooral te reageren op de excessen van progressieve bewegingen, zoals het feminisme en antiracisme, en terug te willen vallen op de ‘joods-christelijke traditie’ van ‘het westen’. Wereldwijd zijn deze bewegingen in opkomst, met Trump als wellicht meest bekende voorbeeld, en in ons eigen land Forum voor Democratie (FvD), of de strijd tegen de ‘lhbti-ideologie’ in Polen, die uitgebreid in het nieuws is geweest (echter zouden termen zoals ‘een rechtse golf’ ook weer té dramatisch kunnen zijn als we zien dat bijvoorbeeld rechts-populistisch sentiment niet is toegenomen in veel Europese landen).
Dit reageren op de excessen van progressieve bewegingen lijkt in veel opzichten vruchtbaar te zijn geweest, bijvoorbeeld omdat het heeft geleid tot scherpe discussies (en een nieuw manifest) als het gaat om vrijheid van meningsuiting (zie ook de Engelse versie hier). Daarnaast omdat het kan leiden tot nieuwe discussies omtrent de sociaal-politieke of intellectuele basis van bijvoorbeeld het feminisme of antiracisme (zie ook Eva Vlaardingerbroek, belangrijke stem voor FvD en rechtsfilosofe, bij Café Weltschmerz, voor zowel links- als rechts-neigende lezers aan te raden!). Het kan deze emancipatoire bewegingen alleen maar verbeteren door deze discussies te voeren. Echter, als het doel is om deze emancipatoire bewegingen te vertragen of tegen te houden lijkt me dit een hopeloze zaak. Het was namelijk de ‘joods-christelijke traditie’ zélf (als die al bestaat, genoeg critici vinden dit een omstreden term) die haar eigen secularisatie en andere radicale verlichtingsidealen heeft voortgebracht.
Maar ook het politieke links bekritiseert de verlichtingsidealen. Het zou intellectueel eenvoudiger zijn als het hedendaagse links de radicale verlichtingsidealen omarmd zou hebben, om een duidelijke tegenbeweging te kunnen vormen tegen de wereldwijde opkomst van rechtse bewegingen. Helaas is dit niet het geval, en moet het politieke links meer reflecteren op kritiek van politiek rechts op de excessen van links, die vaak ook ingaan tegen de verlichtingsidealen die zo vormend zijn geweest voor politiek links. Als specifieke voorbeelden hiervan kunnen we het debat rond vrijheid van meningsuiting noemen, de intellectuele homogeniteit op Amerikaanse universiteiten, of excessen rondom social justice op sommige Amerikaanse universiteiten. Vaak zijn dit bewegingen die zich beroepen op een bepaalde interpretatie van ‘postmodern’ denken en een radicaal linkse politiek, met autoritarisme en een verloochening van progressieve waarden tot gevolg. Deze ontwikkelingen lijken te illustreren dat er een bepaalde vorm van links-politiek denken is ontwikkeld die inderdaad als excessief genoemd kan worden en rechts-reactionair sentiment aanwakkert. Een voorbeeld hiervan is het weigeren van bepaalde sprekers of sociaal straffen (via sociale media bijvoorbeeld) van individuen die puur op basis van inhoudelijke standpunten kritiek uitten op gevoelige onderwerpen (vooral voor links-georiënteerde groepen) zoals racisme, gender, en seksuele oriëntatie. Het zal duidelijk zijn dat dit een belangrijk verlichtingsideaal (vrijheid van denken en vrijheid van expressie) regelrecht tegenspreekt.
Het feit dat dergelijke fenomenen zijn ontstaan heeft ook te maken met een langbestaande intellectuele tradities zoals het antihumanisme en critical theory. Deze stromingen hebben vaak gemeen dat ze het westerse mensbeeld (als zijnde redelijk, bijvoorbeeld) en westerse (verlichtings)idealen (bijvoorbeeld dat redelijkheid zal leiden tot beter ethisch gedrag) fundamenteel bekritiseerden. In die tijd was dat (onder andere) een reactie op de gruwelijke gewelddadigheden van de 20e eeuw in de naam van bijvoorbeeld communisme en nationaal-socialisme. Het idee was dat als de westerse beschavingen elkaar uitmoordden, er ook iets fundamenteel mis moet zijn met haar idealen, waarmee de kritiek op de idealen van de (radicale) verlichting ontstond. Deze hyperkritische traditie beïnvloedde vervolgens het ‘postmoderne’ denken aan het eind van de 20e eeuw dat naadloos (lees: kritiekloos) de kritiek op redelijkheid, vooruitgang, verlichting en (wetenschappelijke) kennis overnam.
Zoals Pinker echter aantoont hebben verlichtingsidealen wel degelijk vooruitgang geboekt als het gaat om wereldwijde democratisering, de vermindering van bijna alle soorten geweld, of bijvoorbeeld het respecteren van basale mensenrechten. Het probleem is dat veel intellectueel discours dit niet genoeg beseft en zich teveel laat inspireren door de hyperkritische tradities van het antihumanisme en critical theory. Ik ben het dan ook eens met Pinker dat we de verlichtingsidealen opnieuw moeten onderzoeken, zeker nu ze over het hele politieke spectrum onder druk staan en er nog steeds een hyperkritische en/of ‘postmoderne’ traditie van denken aanwezig is in veel intellectuele kringen.
Het lijkt me duidelijk geworden dat ons tijdgewricht teleurstellend, frustrerend en verwarrend is voor de mensen die zich vandaag de dag geïnspireerd voelen door de radicale verlichtingsidealen beschreven in het werk van Jonathan Israel, Pinker en anderen. Vanuit de hoek van het rechts-conservatisme is er kritiek op de verlichtingsidealen, waarbij de inhoudelijke idealen, zoals het terugkeren naar de ‘joods-christelijke traditie’, eenvoudig te deconstrueren zijn. Dat het hedendaagse links echter nog geen goed antwoord heeft kunnen formuleren op de nieuwe conservatieven van vandaag omdat het haar eigen oorsprongsidealen aan het ondergraven is lijkt me echter sterk beschamend. Taak dus om de hedendaagse progressieve bewegingen een zo sterk mogelijk intellectuele ondergrond te geven (of dat nu vanuit het politieke rechts of links is) en ze niet te laten ondergraven door de meest radicale vleugels van zowel links als rechts.
Goed bezig Jan Kees, mooi artikel.