De reünie

Afgelopen weekend toog ik naar het dorp waar ik mijn basisschooltijd heb doorgebracht. Er was namelijk een reünie georganiseerd voor de ‘class of ‘96’: alle mensen die in dat jaar via groep 8 het basisonderwijs verlieten, waren uitgenodigd. Sommigen had ik vorige week nog gezien, maar de meeste oud-klasgenoten waren toch al een paar decennia van mijn radar verdwenen. Zo was daar mijn ex, met wie ik destijds twee jaar verkering had gehad. Aparte geschiedenis, maar na zesentwintig jaar zijn al die wonden natuurlijk wel geheeld. Het was warm zaterdag, dus we zaten veelal buiten aan picknicktafels: net als bij het kamp van groep 8. We spraken over nu, maar ook over toen. Genoeg herinneringen voor een dag of vier, maar we moesten het met een paar uurtjes doen.
De afwezigen
Er waren natuurlijk ook mensen níet. De meeste afwezigen bleken gewoonweg verhinderd, wist een van de organisatoren mij te vertellen. Laten we hem voor het gemak Teun noemen. Ik vroeg Teun of hij wist waarom Rik er niet was. Teun vertelde me dat hij Rik gesproken had over de reünie, maar dat Rik geen trek had om te komen. Hij had namelijk geen goede herinneringen aan zijn basisschooltijd. Dit verbaasde me eerlijk gezegd niet: Rik was een vreemde vogel, die moeilijk aansluiting had kunnen vinden bij onze groep. Degenen die dat wel konden, waren nu op de reünie. Het gros meende dat Rik weliswaar apart was geweest, maar zeker niet gepest. Was hij maar gekomen, verzuchtten enkelen. Dan had hij kunnen zien dat hij er gewoon bij hoort. Dat zijn herinnering niet waar is.
Niet zeiken
Maar welke herinnering klopt, en welke niet? Heeft Rik verzónnen dat zijn basisschooltijd ronduit klote is geweest? Kunnen wij het tegendeel bewijzen? Willen we dat? Ik merkte dat menig aanwezige op het feest die neiging wel had: Rik had ongelijk, wij zijn leuke mensen en hij mag meedoen! Niet zeiken, kop op, niet zo sip, het valt allemaal wel mee. Typische taal van de gelukkige mens met privileges. De onbewuste dader. Mag Rik zich eigenlijk wel slachtoffer voelen als buiten hemzelf niemand zich iets van pesten kan herinneren?
Lekker in je vel
Ik maak dit in mijn huidige werk natuurlijk ook mee: ik kan de Rik-achtigen zo aanwijzen. Ze zijn zonder uitzondering nét een beetje anders dan de anderen: in gedachten, gedrag of kledingstijl. Worden niet actief betrokken bij het klasgebeuren, maar trekken daar zelf ook niet hard (meer) aan. Hoe staan zij over vijfentwintig jaar tegenover een reünie? Ik verwacht hetzelfde als Rik. Het is een tijdloos verschijnsel. Wij leerkrachten zouden ons best moeten doen om dit te voorkomen. Niemand zou ongelukkig mogen zijn op school. Want lekker in je vel zitten is veel belangrijker dan rekenen en speling.