De staat van het onderwijs

Op 10 mei jongstleden namen ministers Dijkgraaf en Wiersma ‘De Staat Van Het Onderwijs’ in ontvangst: een jaarlijkse update van de Onderwijsinspectie. Het document telt 180 pagina’s en verwijst in ieder hoofdstuk naar een waslijst literatuur: dat ga ik dus echt niet zitten lezen. Ik houd van lezen, maar er is een grens. Wat doen we dan dus maar? De media in de gaten houden. Zij zullen het wel voor ons samenvatten.
Gezeik
Er is uiteraard vooral veel negatiefs te lezen: de basisvaardigheden zijn nog altijd niet op peil, het lerarentekort neemt toe, middelbare scholieren kennen/kunnen geen Nederlands meer en de professionalisering is vaak niet effectief. Zoals gebruikelijk duiken we daar met zijn allen weer lekker bovenop in de sociale media: ‘Hebben ze het nou godverdomme nog steeds niet op orde in het onderwijs? Wat doen die mensen de hele dag? Veel ja? Nou, dan doen ze vast en zeker de verkeerde dingen!’ De beste stuurlui staan aan wal, ook dat is geen nieuws.
Basisvaardigheden
Ik besloot het hoofdstuk over het primair onderwijs toch maar even door te nemen. Wat me daar in opviel, was iets positiefs: begrijpend lezen zit weer in de lift! Hierin behaalt bijna 100% van de leerlingen het fundamentele niveau, en ongeveer 70% het streefniveau. Rekenen en spelling blijven achter. Zouden al die initiatieven, waar ik zelf ook vaak kritisch over ben, dan effect hebben gehad? Kunnen we het leesonderwijs verder op zijn beloop laten? Nee hoor. Eerder deze week konden we namelijk ‘genieten’ van de uitslag van PIRLS, een internationaal vergelijkend onderzoek naar leesvaardigheid van kinderen in groep 6. Wat bleek? Onze kroost is tóch weer verder afgezakt en leest nu net zo slecht als het gemiddelde Europese kind. Ik staak mijn gejuich en denk: oké, wat kunnen we er dan nog aan doen?
Werkdruk
De inspectie zou de inspectie niet zijn als deze geen adviezen zou geven op basis van de bevindingen. En dat doen ze ook wel: we moeten méér aandacht schenken aan de basisvaardigheden. Én aan burgerschap. Even verderop in het document merkt de inspectie op dat leerkrachten nog altijd veel werkdruk ervaren, en hiermee rekening moet worden gehouden. Maar je kunt niet méér en mínder tegelijk doen! Antwoorden als ‘efficiënter werken’ en ‘niet lullen maar poetsen’ kennen we wel, maar een concrete invulling heeft men nooit voorhanden. Onbewust schreef ik hier vorige maand al over: zouden we niet gewoon alleen maar aandacht aan basisvaardigheden moeten schenken op school? De boel keihard opsplitsen?
Log
Helaas is dat niet zo 1-2-3 geregeld. Als ik merk dat mijn les niet loopt, heb ik hem zo aangepast; als een kind niet op de goede plek in de klas blijkt te zitten, schuiven we de tafel elders heen. Het onderwijs op ruim 6500 basisscholen omgooien kost tijd: we zijn een enorm log apparaat met zijn allen. Het is niet alleen praktisch onmogelijk om snel te schakelen: die duizenden leerkrachten hebben ook nog een óveral een mening over en zwammen hier graag oeverloos over. Misschien moesten we daar eens iets aan doen.