Deleuze en Kerouac: ‘On the road’

Gilles Deleuze (1925 – 1995) was een Franse filosoof die zijn meest bekende werken, zoals Capitalisme et Schizophrénie 1. L’Anti-Œdipe en Différence et répétition, aan het einde van de 20e eeuw schreef. Hij wist zich onder andere geïnspireerd door Nietzsche, Spinoza en Hume, en verenigde op idiosyncratische wijze hun werk, waarmee hij op basis van deze reuzen zijn eigen filosofie ontwikkelde.
Jack Kerouac (1922 – 1969) was een Amerikaanse schrijver en behoorde samen met Burroughs en Ginsberg tot één van de meest bekende figuren in de zogeheten Beat Generation. Met zijn werk beïnvloedde hij latere muzikanten als Bob Dylan en The Beatles. Men kan zonder te overdrijven zeggen dat hij, samen met de andere leden van de Beat Generation, een Amerikaanse kunststroming startte die tot op de dag van vandaag bands en muzikanten inspireert.
Op het eerste gezicht lijken Deleuze en Kerouac niet veel met elkaar te maken te hebben. De eerste was een Franse filosoof die hyperabstracte boeken schreef en een relatief ‘saai’ leven leidde, terwijl Kerouac een onrustig en ‘bohemian’ leven had en zich nooit bezig hield met academische filosofie. Maar het bijzondere is dat als we dieper in de filosofie van Deleuze duiken en die vergelijken met het leven van Kerouac, er onmiskenbare parallellen zichtbaar worden.
Allereerst moeten we hiervoor naar het werk Qu’est-ce que la philosophie? (Wat is filosofie?) van Deleuze kijken. Hierin zet hij uiteen dat filosofie niet gaat om het systematiseren van ideeën of om het zo rationeel mogelijk onderbouwen van oerprincipes, maar juist om het creëren van nieuwe concepten, het experimenteren met hoe en wat men kan denken, en het creatief zijn met ideeën en concepten. Als we met dit idee in ons achterhoofd kijken naar het leven van Kerouac wordt al snel duidelijk dat Kerouac in praktijk probeerde te brengen wat Deleuze in zijn boeken uiteen zette. Zo experimenteerde Kerouac veel met psychedelische drugs (een gewoonte die op grote schaal zou worden overgenomen door latere Amerikaanse en Britse muziekgroepen, denk bijvoorbeeld aan de rock ’n roll generaties of een band zoals Pink Floyd) en waren zijn reizen door Amerika voor Kerouac voor een belangrijk deel een spirituele reis: een manier om de wereld van verschillende kanten te zien. Dit door te praten met zoveel mogelijk mensen en een spirituele groei door te maken door de verschillende perspectieven.
Daarnaast is er een belangrijke overeenkomst tussen Deleuze’s ideeën over menselijke identiteit, het ‘zelf’ of het ‘ik’ en het leven van Kerouac. Voor Deleuze was mens-zijn namelijk op de eerste plaats niet het hebben van een stabiel zelf en het leven van een ‘stadsleven’ of zelfs ‘staats-leven’: het leven zoals het wordt voorgeschreven in Westerse steden en door Westerse staten, binnen de lijnen van het huwelijk, de carrière, het consumeren enzovoort, maar is mens-zijn ten diepste juist altijd ‘nomadisch’. Hiermee bedoelde hij dat de menselijke identiteit grotendeels een illusie is en dat het ‘zelf’ of het ‘ik’ altijd in beweging staat. Het wordt gerealiseerd door de verschillende connecties die het heeft, door de meerdere en tegenstrijdige affecten die het heeft en het staat dus altijd in flux. Dit idee ontleendt hij voor een gedeelte aan Nietzsche maar kan ook al gevonden worden in Griekse denkers zoals Heraclitus. Net zoals nomadische groepen altijd in beweging zijn en zich aanpassen in levensstijl aan de plekken waar ze op dat moment zijn, zo is mens-zijn ten diepste altijd een beweging, een proces, een reis. Hiermee is elke stabiele menselijke ‘identiteit’ ten diepste een constante aanpassing aan de omstandigheden waarin men leeft.
En hoewel Deleuze zijn eigen leven verrassend ‘on-nomadisch’ leefde -hij trouwde, kreeg kinderen en leefde het leven van een academicus- Kerouac’s leven zouden we als een voorbeeld kunnen zien van hoe een nomadisch leven eruit zou kunnen zien. Kerouac beschreef in zijn meest bekende werk On the Road hoe hij een groot deel van zijn leven aan het reizen was en telkens een net iets anders leven had afhankelijk van waar hij was en met wie hij was. Hij experimenteerde actief met levensstijlen doordat hij telkens een net ander persoon was afhankelijk van de mensen met wie hij was, de plekken waar hij op dat moment was, zijn emoties of mate van nuchterheid van dat moment, het seizoen, het reisdoel, enzovoort. Zo zou men kunnen zeggen dat er strikt gesproken nooit één Kerouac is geweest maar altijd een Kerouac in beweging, een ‘Kerouac on the road’, of een Kerouac assemblage zoals Deleuze het zou noemen: een samenloop van verbindingen en invloeden, een constant bewegend netwerk. Een telkens evoluerende Kerouac die niets meer en niets minder was dan de netwerken van mensen, emoties, plaatsen, drugs, en alle andere invloeden waar hij op dat moment mee in verbinding stond.
Kijkend naar deze twee grote overeenkomsten tussen het leven van Kerouac en het filosofische werk van Deleuze kunnen we zeggen dat het leven van Kerouac op een bepaalde manier een manifestatie is van Deleuze’s ideeën: concepten over menselijke identiteit en menselijk denken worden een way of life in plaats van een abstract verhaal. Verbinden we aan deze observatie het idee (zoals bijvoorbeeld Pierre Hadot het overtuigend beschrijft in zijn ‘Philosophy as a Way of Life’) dat de filosofie van origine bedoeld was als een levensstijl (kijk bijvoorbeeld naar Socrates), dan kunnen we zelfs stellen dat Kerouacs leven een grotere filosofische significantie zou moeten hebben dan het corpus van Deleuze.
Een radicaal idee, en een idee dat niet snel zal worden geaccepteerd door de hedendaagse academische filosofie. Het is dan ook belangrijk om hier nog een kanttekening bij te maken. Het was de kracht van de Beat Generation (en tot op een zekere hoogte van de rock ’n roll- en rolling stone-generaties hierna) dat ze niet enkel stonden voor een bepaald esthetisch ideaal, maar dat ze hun esthetische ideeën onderdeel maakten van hun manier van leven: ze experimenteerde niet alleen met literaire en kunstzinnige stijlen, maar hun hele leven was vaak een experiment, zoals bij Kerouac in dit geval. Daarom hebben ze tot op de dag van vandaag een grote impact. Maar men kan vandaag de dag niet meer met naïeve blik kijken naar het leven dat ze ‘verkondigden’ en praktiseerden. Dit leven kent namelijk teveel duistere kanten om er nog naïef over te zijn, denk aan het misbruik van drugs, de criminaliteit, of de ideeën omtrent seks en gender die vandaag de dag een stuk meer controversieel zijn (voor een zelfkritiek op dit leven kan men bijvoorbeeld het album ‘The Pros and Cons of Hitchhiking’ van Roger Waters nemen). De kanttekening is daarmee dat het leven van Kerouac en andere Beats strikt genomen zowel meer filosofische waarde heeft dan het hele corpus van -bijvoorbeeld- Deleuze, maar dat het tegelijkertijd gebleken is dat deze filosofische ideeën te controversieel zijn om ze nog op een naïeve manier te kunnen accepteren.