Een schepje er bovenop
De Rijn, traag stromend door oneindig laagland. Een prachtige rivier die naast inspiratie voor opera’s ook een belangrijke bron van drinkwater is. Stel je nu eens voor dat onze Duitse buren ineens duizenden liters chemisch afval in de Rijn lozen. Die rivier kan niks anders dan stromen, en zo komt dat afval onherroepelijk in Nederland terecht. Wie is er dan verantwoordelijk voor de schade, en wie ruimt het op? Die vervuiler natuurlijk, zul je zeggen. Als groot voorstander van het ‘de vervuiler betaalt’-principe ben ik het daar roerend mee eens. En, met de Rijn als inspiratiebron, stel ik voor om dat principe door trekken naar een volgend thema: klimaatverandering.
Een schooldirecteur uit Volendam bralt in de krant dat “Nederland een stipje is op de wereldkaart”. Om daar nog een welluidend “sodemieter op” aan toe te voegen. Een schooldirecteur waardig. Hij heeft het over maatregelen tegen klimaatverandering. De sceptische toon van Forum voor Democratie daarover vond blijkbaar vruchtbare grond bij de beste man. Dat dit een absoluut onzinnige drogredenering is bewijst het effect dat dit “stipje” mede veroorzaakt. De directeur heeft een grotere klimaat-footprint dan 95% van de wereldbevolking. Daar kan hij weinig aan doen, want hij kiest er ook niet voor om in Nederland geboren te worden, maar hij heeft hem wel. Die voetafdruk, dat is vervuiling. Dat stipje, en dus de directeur, is de vervuiler. En die moet daar voor betalen.
Een CO2-taks dus? Dat kan, maar ik wil eigenlijk nog een stap verder gaan. Als we naar de Rijn kijken, wordt Nederland het hardst getroffen door bovenstroomse vervuilers. Dat gaat automatisch, de rivier blijft stromen. Als we naar klimaatverandering kijken, zijn het vaak juist kwetsbare ontwikkelende landen die zich ‘benedenstrooms’ bevinden. Kijk naar de orkaan Idai. Het straatarme Mozambique en Malawi worden daar hard door getroffen. Die extreme weerspatronen komen door klimaatverandering steeds vaker voor, en raken deze kwetsbare gebieden onevenredig hard. De oorzaak? Dat stipje, met daarin die schooldirecteur.
Daarom stel ik voor om als onderdeel van onze klimaatregelingen de ontwikkelingshulp minstens te verdubbelen. Immers, als de Duitsers moeten betalen voor Rijnververvuiling, moeten wij dat voor klimaatvervuiling. Praktisch kan dat door een internationaal fonds op te richten onder bewind van de Wereldbank. Daaraan doen alle vervuilende landen een financiële bijdrage naar rato van hun bijdrage aan de vervuiling. Vervolgens keert dat fonds aan ieder land dat schade ondervindt door extreem weer een bijdrage uit naar draagkracht. Daarbij maken we geen onderscheid tussen gebeurtenissen. Een rechtstreekse link leggen tussen een enkele gebeurtenis als Idai en klimaatverandering is namelijk niet verdedigbaar, maar de link met het patroon van extreme weersomstandigheden is dat wel. Zo heeft Nederland dus net zoveel recht op een tegemoetkoming van het fonds als Mozambique, maar zal Mozambique meer ontvangen. Ten eerste omdat het harder getroffen wordt, en ten tweede omdat het dit zelf minder goed kan opvangen.
‘With great power, comes great responsibility’, Uncle Ben’s gevleugelde uitspraak is ook hier toepasbaar. Want hoe dichter je bij de bron van de rivier bent, hoe meer macht je erover hebt. Datzelfde geldt voor klimaatverandering. Daarom is het tijd voor dit stipje om zijn verantwoordelijkheid te nemen, en dat geldt ook voor brallerige schooldirecteuren in Volendam.