Essay: The Passion of the Explorers
Elk jaar schrijft de Koninklijke Hollandse Maatschappij der Wetenschappen (KHMW) een essaywedstrijd uit. De vraag van 2019 luidde: ‘Welke gevolgen kan de ontdekking van buitenaards leven hebben voor de mensheid?’
De commissie boog zich over alle inzendingen en scheidde kaf van koren. De winnaars van het koren worden op 14 oktober bekendgemaakt, maar voor wie niet tot die datum kan wachten: hierbij het kaf.
Zij is Ida – hulpzuster Lenze voor haar collega’s – en elke avond zoekt ze een stil plekje op waar ze zich stiekem verdiept in de geneeskunde. De camera zoomt in en we zien haar zitten op een bankje, naast een man die probeert de lippen van zijn norse gezicht vriendelijk te laten krullen.
‘Is er iets, dokter Behring?’ vraagt Ida. ‘U trekt zo’n pijnlijk gezicht.’
‘O, niets bijzonders,’ antwoordt Behring snel. Hij laat een zucht ontsnappen en legt zijn hoofd in zijn nek.
‘Het is professor Koch, niet waar?’ vraagt Ida voorzichtig. Behring trekt zijn neus op.
‘Ik wens deze avond niet te verstoren met gedachten aan die arrogante huisarts, fräulein Lenze. Geheimraad van de keizer, pfff…’
‘Excuseer, dokter Behring.’
‘O, het is niet uw schuld, fräulein,’ zegt Behring zoetsappig, ‘dat de man mijn onderzoek naar difterie niet serieus neemt.’ Hij kijkt haar aan, maar zij ontwijkt zijn blik. Er valt een pijnlijke stilte. Behring steekt snel zijn hand in zijn tas en haalt een medische encyclopedie tevoorschijn. ‘Alstublieft, fräulein,’ zegt hij met een geforceerde glimlach en overhandigt haar het boek. ‘En ik zal mijn belofte nakomen om uw medicijnenstudie in Zwitserland te betalen.’ Ida glimlacht dankbaar en toont verliefde ogen. Wij, de kijkers, zien nog net hoe de jonge medicijnstudent Tischendorf naar zijn concurrent dokter Behring loert. Wij weten dat hij alles uit de kast zal moeten halen om de hand van fräulein Lenze te winnen. Zal het hem lukken? Trouwt Ida met dokter Behring? Of kiest ze voor zichzelf en gaat ze in Zwitserland medicijnen studeren? Lees verder om daarachter te komen…
Ik grijp de afstandsbediening en bevries het beeld van de Netflix-original Charité. Wij, mijn vriendin en ik, zijn al enkele afleveringen de stille getuigen van de gebeurtenissen in het aan de titel gelijknamige Berlijnse ziekenhuis. Wij hebben gezien hoe Robert Koch in zijn eigen laboratorium door een microscoop tuurt naar de door hem ontdekte tuberculosebacterie. Naast de artsen Koch en Behring – die begin 20ste eeuw Nobelprijzen ontvingen – , zijn nog meer bekende artsen tot leven gewekt, waaronder de doktoren Ehrlich, Kitasato en Virchow. Zelfs de minnares van professor Koch verschijnt in de serie. Saillant detail: de moderne artsen liggen regelmatig overhoop met de christelijke inborst van de – ouderwetse – verpleegsters, want laatstgenoemden behandelen elke infectie met een combinatie van bidden, koude doeken en cynische opmerkingen over de medische wetenschap. Bacteriën? Daar gelooft de hoofdzuster niet in.
De rode draad die alle personages in het ziekenhuis met elkaar verbindt is het fictieve personage Ida Lenze. Zij gaat als hulpzuster aan de slag en beleeft daar alles wat er naar moderne maatstaven nodig is voor een smeuïg verhaal: vriendschap, verliefdheid, jaloezie, twijfel over de mannen die haar willen veroveren, de breuklijn tussen wetenschap en (religieuze) traditie, de emancipatie van een jonge intelligente vrouw en er is zelfs ruimte voor een lesbische verpleegster. Het Berlijn van de late negentiende eeuw, alsmede droge medisch wetenschappelijke kost, waren nog nooit zo vermakelijk verpakt. Alhoewel ik noch medicijnen noch geschiedenis heb gestudeerd, ben ik dankzij Netflix een hoop te weten gekomen over dokter Koch, dokter Behring, hun ontdekkingen en hun collega’s.
Wie denkt dat de netflixficatie – dat wil zeggen: het overbrengen van droge of moeilijke onderwerpen in een begrijpelijk (of vermakelijk) jasje aan de leek – iets is van de laatste decennia, komt bedrogen uit. Ruim zestienhonderd jaar geleden begon de Katholieke kerk al met het updaten van de Bijbel naar de taal van Jannus Modulus. Via het vulgaire Latijn (rond 400 na Christus), clandestiene volksbijbels in de Nederlandse taal uit de Late Middeleeuwen, de officiële Statenbijbel uit 1637 en meer recentelijk: de Bijbel in straattaal, komt het Woord Gods nog steeds tot ons. Of wat te denken van het theater? In de middeleeuwen begonnen gewiekste geestelijken het theater te gebruiken voor liturgische drama’s – uiteraard in de lokale volkstaal – , want voor de ongeletterde massa spreekt een beeld nou eenmaal boekdelen. De welgestelden – die niet aan volksvermaak deden – lieten zich eeuwenlang portretteren en dikwijls wemelden dergelijke schilderijen van referenties naar de Bijbel. Ook voor de filmindustrie zijn de Bijbel en aanverwante verhalen een dankbaar onderwerp: alleen al Mel Gibsons The Passion of the Christ uit 2004 brak menig verkooprecord en bracht meer dan zeshonderd miljoen dollar in het laatje.
In tegenstelling tot de Bijbelverhalen, zijn wetenschap en grote wetenschappelijke doorbraken moeilijker te populariseren. De moderne taal in de wetenschap mag dan Engels zijn, vulgair is deze allerminst. Jargon en publicaties in wetenschappelijke tijdschriften – waar John Common geen abonnement op heeft – vormen voor de leek onneembare barrières. En leuk dat je als wetenschapper op een congres jouw poster presenteert, maar als deze niet in begrijpelijke taal is geschreven of in eenvoudige plaatjes op Instagram staat, zal het gros van de bevolking geen interesse tonen in je onderzoek. Wetenschappelijke tijdschriften en (wetenschaps)journalisten hebben een beperkt bereik. De makers van de Amerikaanse hitserie The Big Bang Theory onderkenden dit gegeven en begrepen dat je met het uitbeelden van wetenschappers, hun gekke karakters en hun onderzoek het publiek een beetje wetenschap kunt meegeven. Zo weet ik bijvoorbeeld dankzij Sheldon Cooper wat het ‘Doppler-effect’ is. En om met een spoiler-alert te werken: dankzij Charité heb ik geleerd dat de geplaagde dokter Behring een vaccin ontwikkelde tegen difterie en alsnog succesvol werd (maar fräulein Lenze koos noch voor hem noch voor Tischendorf).
Keek Robert Koch door zijn microscoop naar bacteriën, sterrenkundigen speuren met onder andere telescopen de hemel af. Een simpele googlesearch levert op de vraag “bestaat er buitenaards leven?”, het nogal droge – en saaie – antwoord: de kansberekening schrijft voor dat het een “ja” moet zijn. De vervolgvraag “hoe ziet dat buitenaards leven er dan uit?”, is ook gemakkelijk te beantwoorden: waarschijnlijk zijn het eencelligen die op een of andere exoplaneet in de oersoep drijven. In een artikel van 19 februari jl, gepubliceerd op de website van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), lees ik dat de Nederlandse Lucas Patty en Inge Loes ten Kate een ‘… waterdichte methode om buitenaards leven te ontdekken hebben toegepast op aarde.’ Hun vernuftige, doch weinig vermakelijke methode, is gestoeld op het feit dat moleculen het licht gedraaid weerkaatsten. Speur de hemel af naar dergelijke gedraaide weerkaatsingen en je hebt buitenaards leven gevonden. Dat leven zal waarschijnlijk niet bestaan uit Marsmannetjes of monsters, maar uit micro-organismen.
Zodra de apparatuur van Lucas en Inge Loes begint te piepen en zij kunnen bewijzen dat een wolkje eencelligen licht weerkaatst, zal de wereld voor even op z’n kop staan. Beiden zullen in talloze praatprogramma’s verschijnen – vergezeld door André Kuipers – , de kranten zullen vol staan en het internet zal exploderen. Lucas en Inge Loes zullen ongetwijfeld een Nobelprijs ontvangen en zich scharen in het rijtje wetenschappers waar ook dokter Koch en dokter Behring toebehoren.
Maar dan? Hoe gaat de mensheid verder? Gaan we het buitenaardse leven bezoeken? Nee. Want vooralsnog is het onmogelijk om een lange ruimtereis te maken en dergelijke bacteriën, schimmels, algen of gistcellen van dichtbij te onderzoeken. En waarom zouden we überhaupt miljarden Dollars uitgeven om een stoofpotje op tientallen of honderden lichtjaren afstand te begroeten? Is de honger al de wereld uit? Is er al vrede op aarde? Is Brexit al afgewend? Wordt het regenwoud gered? Klimaatprobleem opgelost? Heeft België al een federale regering? Hebben we alles al ontdekt en weten we alles al? Kortom: is de aarde af? Prioriteiten zijn er genoeg, als je het mij vraagt.
De wetenschappelijke wereld mag dan een tijdje op z’n kop staan, de gevolgen van de ontdekking van buitenaardse micro-organismen zullen voor het gros van de mensen underwhelming zijn. We zullen nog steeds boodschappen moeten doen, de hond uitlaten, de chef saboteren en reikhalzend uitkijken naar de vakantie. De wereld zal blijven doordraaien, waarschijnlijk met Matthijs van Nieuwkerk als presentator. Een glas, een plas en die kolonie eencelligen op exoplaneet J950-55-874 bleef lekker waar ie was. Ik heb het nog niet eens gehad over het juridische of ethische vraagstuk of we eigenlijk wel mogen afreizen naar verre planeten om daar te knoeien met eencelligen. Zie ook: de Prime Directive uit StarTrek.
Natuurlijk zal er een voorspelbaar gevolg komen: een wereldwijde golf commercie zal aanzwellen en ons overspoelen met alles wat met ruimtereizen, het heelal en sciencefiction te maken heeft. Ik voorspel drie nieuwe films in de starwarsreeks en reken er maar op dat elke reclame een verwijzing naar buitenaards leven zal bevatten. Pringles… extra yummy, for extraterrestrials. Philips… innovation inspired by aliens. Opel… gar kein rocket science.
Waarom de ontdekking van buitenaardse eencelligen slechts een deukje in de gemiddelde aandachtsspanne zal opleveren en daardoor nauwelijks opzienbarende gevolgen zal kennen, valt met behulp van het sociaal-constructivisme gemakkelijk te verklaren. Het sociaal-constructivisme is een gedachtegoed dat ervan uitgaat dat de werkelijkheid het product is van menselijk handelen. Mensen zoeken groepen gelijkgestemden op, verklaren met elkaar de wereld om hen heen, creëren een werkelijkheid en houden deze samen in stand. Net als de hoofdzuster uit Charité – die het bestaan van bacteriën ontkende – zal iedereen zijn of haar betekenis geven aan microscopisch klein buitenaards leven. Internettrollen en complotdenkers zullen roepen dat de ontdekking in scène is gezet. Andere kwade tongen zullen beweren dat er niets nieuws onder de zon is, omdat Ufo’s en de bijbehorende graancirkels hartstikke normaal zijn. De hoofdmoot van de wereldbevolking die niets op heeft met aardse bacteriën, zal binnen het eigen sociale verband niet opeens warmlopen voor buitenaards klein grut.
Als de mensheid indrukwekkende gevolgen wil geven aan de ontdekking van buitenaards leven, dan zullen miljarden – in groepen levende – gelijkgestemde individuen interesse moeten ontwikkelen voor wetenschap en de ruimtevaart. Hoe dat te bereiken? Door story telling. Door een aansprekend, spannend en onroerend verhaal. Door Mel Gibson een enorm gedramatiseerde Netflix-original te laten maken over de ontdekking van buitenaards leven, getiteld: The Passion of the Explorers. In tien afleveren ontdekt de kijker dat Lucas een moeilijke jeugd had – of dat waar is maakt niet uit –, terwijl Inge Loes de nazaat blijkt te zijn van een gefortuneerde familie. De twee wetenschappers hebben vanwege hun verschillen eerst een hekel aan elkaar, maar gaandeweg de serie ontwikkelt Lucas gevoelens voor Inge Loes. Maar, er is een probleem: zij is verloofd met de knappe Marnix. Zal het Lucas lukken om op zijn zolderkamertje zijn opstelling te bouwen, terwijl hij als Deliveroobezorger moet vechten om te overleven? Zal hij zich bewijzen door buitenaards leven te ontdekken om zo Marnix buitenspel te zetten en de hand van Inge Loes te winnen?
Lucas kwakt zijn scooter tegen de muur van de Vrije Universiteit Amsterdam, rent het gebouw in en komt tot stilstand voor de grote collegezaal. Hij legt zijn ene hand op de deurklink, trekt met de andere hand de motorhelm van zijn hoofd, haalt drie teugen adem en rukt de deur open. Het is maandagmiddag, Inge Loes verzorgt een college sterrenkunde voor de eerstejaars studenten.
‘Lucas? Vraagt Inge Loes met verontrusting in haar stem. ‘Is er iets?’ In de collegezaal stijgt geroezemoes op.
‘Het is gebeurd, Inge,’ hijgt Lucas.
‘Wil je zeggen dat…?’ stamelt Inge Loes. Lucas grijnst.
‘We hebben een signaal!’ stoot hij uit. Inge Loes slaat haar handen voor haar mond.
‘O, Lucas! Dat is geweldig!’ Ze springt op hem af en valt hem in de armen. ‘Ik wist dat het je zou lukken,’ snikt ze tussen haar tranen van geluk door. ‘Wat heb je precies ontdekt?’
‘Een kolonie bacteriën,’ fluistert hij. ‘Ik…’
‘Ja?’ Lucas slikt en ontwijkt Inges ogen.
‘Ik heb de kolonie naar jou vernoemd.’ Inges ogen worden zo groot als schoteltjes.
‘Naar mij? Maar waarom?’ Lucas raapt als zijn moed bij elkaar en neemt voorzichtig haar gezicht in zijn handen.
‘Colonia bacterii Tenkatia,’ fluistert Lucas. Inge Loes drukt haar lippen tegen die van hem. In de gang valt een bos bloemen uit Marnix’ handen.