Het evangelie van de wereldverbeteraar
Toen Jezus geboren was in Bethlehem te Judea, tijdens de regering van Herodes, kwamen er drie Wijzen uit het Oosten in Jeruzalem aan. Ze vroegen: ‘Waar is de pasgeboren koning van de Joden? We hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om hem eer te bewijzen.’ Koning Herodes riep de wijzen bij zich en stuurde hen naar Bethlehem, waar de Messias was geboren.
De volgende ochtend gingen de wijzen op weg. Echter Melchior, die de avond tevoren teveel van de mede had gedronken, had zich verslapen, en toen hij wakker werd was het al licht en was de ster niet meer zichtbaar. Bezorgd haastte hij zich naar de stadspoort, waar een grijsaard hem om een aalmoes vroeg. ‘Grijsaard’ vroeg hij, ‘kun jij mij de weg naar Bethlehem wijzen?’. De grijsaard antwoordde: ‘Dat kan ik, maar waarom wil je daar naartoe, vreemdeling?’
Melchior vertelde hem dat daar de koning van de Joden was geboren en dat hij de baby eer wilde gaan bewijzen. De grijsaard keek hem aan en vroeg: ‘Waarom wil je dat dan?’ Melchior schrok van deze vraag en zocht naar een antwoord. ‘Omdat dit de Messias is die de mens zal verlossen,’ zei hij uiteindelijk. Hierop vroeg de grijsaard: ‘En wat betekent verlossing dan voor jou?’ En Melchior antwoordde verbaasd: ‘Verlossing is vrede, veiligheid en gerechtigheid voor alle mensen’. Hierop zei de grijsaard: ‘Als je vrede, veiligheid en gerechtigheid nastreeft, waarom kom je dan naar Jeruzalem om een schaal wierook aan een pasgeboren baby te brengen?’ Hierop kon Melchior niet meer antwoorden.
‘Vreemdeling,’ zei de grijsaard, ‘als je de Messias eer wilt bewijzen, kun je dat dan niet het beste doen door zelf vrede, veiligheid en gerechtigheid in de wereld te brengen?’ Melchior knikte en vroeg: ‘Wil je mij daarbij helpen, grijsaard?’ Melchior gaf de schaal wierook aan een andere bedelaar die daar zat, en samen gingen zij op weg.
Na enige omzwervingen kwamen zij bij een dorpje waar de inwoners honger hadden. Melchior vroeg de inwoners waarom zij niet genoeg te eten hadden. Zij antwoordden dat hun landbouwgronden waren opgedroogd door de hete zomers. In wanhoop wendde Melchior zich tot zijn metgezel en vroeg: ‘Grijsaard, wat kunnen we doen voor deze arme mensen?’ Deze antwoordde: ‘Het is niet mijn beslissing om te nemen, en ik ben geen wijze zoals jij. Maar tijdens onze tocht kwamen wij langs een rivier hier dichtbij. Wat denk jij dat de beste manier is om deze mensen te helpen?’ Verblijd ging Melchior naar de inwoners, en samen maakten zij een kanaal van de rivier naar het dorp en bevloeiden de grond met water. Nadat de inwoners Melchior hadden bedankt gingen de reisgenoten weer verder.
Na verdere omzwervingen kwamen zij bij een dorp waar twee families ruzie met elkaar hadden. Melchior vroeg de families waarom zij ruzieden. De families antwoordden dat het altijd zo was geweest. Melchior vroeg aan de grijsaard: ‘Wijze metgezel, wat kunnen wij nu doen om dit probleem op te lossen?’. Deze antwoordde: ‘Het is niet mijn beslissing om te nemen, en ik ben geen wijze zoals jij. Maar deze mensen lijken geen reden te hebben om elkaar te haten. En als ze altijd al ruzie hebben gehad, zullen ze elkaar ook niet kennen. Wat denk jij dat de beste manier is om hen te helpen?’ Vol goede moed organiseerde Melchior een groot feest, waarvoor hij alle inwoners uitnodigde. Terwijl de mede vloeide gingen de jongeren van de families met elkaar dansen en herinnerden de ouderen zich tijden van liefde in plaats van haat. De volgende ochtend zag Melchior dat zijn plan was gelukt, en nadat de inwoners hem hadden bedankt, gingen de reisgenoten weer op weg.
Op dit moment wendde Melchior zich tot zijn metgezel en sprak: ‘Nu is het tijd om naar Bethlehem te gaan en de opdracht van Herodes te volbrengen.’ En samen begonnen zij aan de terugreis. Toen zij in Bethlehem aankwamen bezochten zij Jezus, die inmiddels al een jonge man was. Melchior stelde zich aan de Messias voor en sprak: ‘Heer, ik heb geen geschenk voor u meegenomen. Maar wij hebben een grote reis gemaakt om u eer te bewijzen. Wij zullen u onze verhalen vertellen.’ En Jezus vroeg wie zij waren. Maar de grijsaard wilde zijn naam niet geven. Een tweede maal vroeg Jezus naar hun namen. En Melchior antwoordde aan de Heer: ‘Heer, weet alleen dat wij hebben geholpen om vrede, veiligheid en gerechtigheid te brengen op de wereld.’