Gescheiden werelden

Dit item werd oorspronkelijk geplaatst op 12 december 2014.
Ik ga nauwelijks om met lager opgeleiden. Dat is geen overtuiging, dat is een feit. Mijn vrienden heb ik voornamelijk opgedaan tijdens mijn studie, mijn collega’s zijn allemaal hoger opgeleid en mijn familie doet het verdraaid goed op school. Waar ik ook kom hebben de mensen met wie ik echt spreek minstens een HBO-diploma. Ik ken die anderen niet, wat ik van ze weet lees ik in de krant of in rapporten over de afstand tussen mij en hen. En hoe langer ik daarover nadenk, hoe problematischer ik dat vind worden.
Deze constatering wordt benadrukt door het rapport ‘Gescheiden Werelden’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau dat op 30 oktober jongstleden verscheen. De afgelopen veertig jaar is de bevolking in Nederland er qua educatie behoorlijk op vooruitgegaan. De groep van mensen met een HBO of Universiteitsdiploma is gestegen van 14% naar 28%, en in 2007 had slechts 29% van de werkende bevolking geen of een zeer lage opleiding. De kloof tussen deze groepen is echter steeds groter aan het worden.
Hieraan ligt een sterke samenhang tussen opleiding, politiek en sociaal vertrouwen ten grondslag. Door een groter ‘cultureel kapitaal‘ hebben hoger opgeleiden eerder het idee dat zij invloed kunnen uitoefenen op de wereld om hen heen door politieke participatie. Voor lager opgeleiden is deze wereld vaak onvoorspelbaar, waardoor zij zich niet competent genoeg voelen om politiek actief te worden. Dit alles leidt ertoe dat Plato bijzonder trots zou zijn op de meritocratie die hierdoor ontstaan is in Nederland. Of misschien beter, de ‘diplomademocratie’, waarin alle besluiten genomen worden door hoog opgeleide bestuurders met een flinke emmer culturele bagage. Maar waarom is dat eigenlijk een probleem?
Omdat de volksvertegenwoordiging niet meer representatief is voor de samenleving en daar bovenal geen voeling meer mee heeft. Nederland is een schip waarbij de stuurlui voor de passagiers beslissen waar zij heen gaan, en waarop er geen contact is tussen de brug en het dek daaronder. Dit leidt tot onbegrip en verwijding in de samenleving, waarbij er geen enkel contact meer is tussen de hoger opgeleide (potentieel) bestuurlijke elite en de wantrouwende lager opgeleiden. Ik klink als een Marxist.
Maar dan wel tot hier, want een revolutie in Marxistische zin is zinloos. Er is een culturele revolutie nodig. Cultuur kan de smeerolie van de samenleving zijn door mensen met verschillende afkomst, opleiding en smaak te laten samenwerken aan iets dat hen allen intrinsiek mens maakt. Laat kinderen samenkomen om in een orkest, koor of dansgroep elkaar te leren kennen, te leren samenwerken zonder competitie. Laat ze werken aan wat zij leuk vinden in plaats van aan de eeuwige elitaire programmering. Laat ze werken aan elkaar.
En dat dit geen utopisch hersenspinsel van een vervreemde hoger opgeleide is, bewijst José Antonio Abreu .
In deze themamaand over polarisatie kijken verschillende experts hoe polarisatie in hun vakgebied en leven voorkomt. Welke kloven zijn er allemaal te vinden, en heeft elke kloof een eigen brug?
Ik heb met lager opgeleiden samengewoond en ik heb niet bepaald vertrouwen dat meer contact met hoger opgeleiden tot meer begrip leidt.
Mensen zijn geneigd zich vast te klampen aan hun denkbeelden, en eerlijk gezegd denk ik dat de bereidheid open te staan voor nieuwe ideeën minder is bij minder intelligente mensen. En andersom vraag ik me helemaal af of hoger opgeleiden open staan voor de ideeën en wensen van lager opgeleiden die toch vaak als naïef afgedaan worden.
De lager opgeleiden mogen weinig vertrouwen in de politiek hebben, maar dat geldt evengoed voor mij. De politiek en het bedrijfsleven zijn mij veel te innig met elkaar verbonden, ik noem alleen al de rampzalige gedachte om de wetenschap voor het karretje van het bedrijfsleven te spannen.
Het voorbeeld om aan te tonen dat het geen utopische gedachten van een vervreemde hoger opgeleide was toevallig woensdag in het nieuws (zie link onderaan). El sistema, waar straatkinderen in aanraking met muziek worden gebracht, schijnt helemaal niet zo goed te werken. Veel misbruik en de kinderen komen eerder uit de middenklasse dan uit de sloppenwijken.
Ik sympathiseer met de gedachte om culturele educatie aan te moedigen, en zoals het in Venezuela gaat hoeft het niet in Nederland te gaan, maar ik geloof niet dat dit het probleem zal oplossen.
http://www.volkskrant.nl/boeken/bejubeld-muziekproject-venezuela-onder-vuur~a3807479/
Goede reactie! Ik ben het roerend met je eens wat betreft de bereidheid open te staan voor nieuwe ideeën en het als naïef beschouwen van de mening van lager opgeleiden. Desalniettemin is dit een aanzienlijk gedeelte van de bevolking wat steeds verder verrmeemd van de koers van het land. Die koers wordt dan uitsluitend bepaald door hoger opgeleiden. Dit kun je oplossen door meer elementen van directe democratie (zoals referenda) in te voeren, maar een gebrek aan communicatie ligt ten grondslag aan het probleem. Ik denk dat het idee van El Sistema een mogelijkheid kan bieden hier op in te spelen. Een totale oplossing zal het nooit bieden, maar allicht kan het leiden tot meer ontmoeting en samenwerking tussen verschillende bevolkingsgroepen. Dit zou bijvoorbeeld kunnen helpen om te leren open staan voor andere zienswijzen. Ik hoopte al dat iemand het artikel in de Volkskrant zou aanhalen, want dat de werking van El Sistema in Venezuela wellicht niet gaat zoals algemeen bedacht is zeer goed mogelijk. Dat wil echter niet zeggen dat de gedachte erachter intrinsiek verkeerd is. In de volgende column op Kaf wil ik dieper ingaan op de combinatie tussen die centrale gedachte van El Sistema, en de notie van contact tussen bevokingsgroepen in Nederland. Stay tuned ;)
Gaat de geschiedenis zich herhalen met opkomend populisme, nationalisme en fascisme? https://t.co/NW0NzIJAge