Gestoord
Vandaag is mijn ‘papadag’. Geen staartdelingen maar poepluiers voor deze meneer. De dag waarop ik me kan afsluiten van mijn werk en op kan gaan in het gezinsleven. Tenminste, dat is de bedoeling. Op mijn telefoon verschijnen continu berichtjes van collega’s.
Open deuren en wissewasjes
Omdat ik op school een van de collega’s ben met affiniteit met ict, krijg ik daar veel vragen over. Soms goede vragen, meestal open deuren waarop ik het antwoord al een keer of tien gegeven heb. Doordat de opper-ict’er van de school en ik onze collega’s altijd zo goed mogelijk proberen te helpen, hebben we ze gaandeweg afhankelijk van ons gemaakt. Het opnieuw instellen van een wachtwoord voor een leerling? Supersimpel, je hoeft binnen de website ook echt maar twee minuten te zoeken. Dat zou ík dus doen. Maar de meeste leerkrachten hebben daar blijkbaar geen zin of vertrouwen in en benaderen liever een van ons, zonder eerst iets te proberen. Jammer, want zo worden ze natuurlijk niet slimmer en sneller op de computer. Sommigen krijgen het zelfs voor elkaar om leerlingen met wissewasjes met hun chromebook bij me langs te sturen terwijl ik zelf les aan het geven ben aan mijn groep. Ik slik dan even een klein vloekje in en help de arme drommels. Die leerlingen kunnen er niks aan doen, zij doen braaf wat hun leraar ze vraagt en hebben nog niet de ervaring of het inzicht om te weten dat je mensen niet zomaar kunt storen omdat je een oplossing voor je probleem wil.
Storingen
Waar ik echter nog een tandje erger gestoord van word, is het aantal keren dat er een grote storing optreedt. Dit betreft vaak het netwerk, soms ook apparaten zelf. Minstens een keer per maand is er iets aan de hand, waardoor wij op school niet kunnen werken met op internet aangesloten apparaten. Daar redden we ons wel uit, maar het is wel verdomde onhandig. Persoonlijk kunnen wij, volwassen docenten, best even zonder apparatuur. Maar de ‘digital natives’ voor onze neuzen worden bij de minste of geringste glitch knettergek. Ik overdrijf echt niet: even geen wifi en er wordt luidkeels door de klas geroepen en gejankt. Alsof de geluidsgolven de data ook wel kunnen meenemen. Het is dus gedaan met de rust, en dit komt naar mijn idee nog te vaak voor.
Prioritering
Soms is er ook onderhoud aan het netwerk gepland. Tijdens schooluren. Hoe kun je nou denken dat dat wel even kan? Herres in de klassen. Kinderen zitten per dag vijf en een half uur op school. Daar kun je op een werkdag toch wel wat onderhoud omheen plannen? Ik vrees dat de prioritering anders ligt: met internet wordt geld verdiend, en in het onderwijs maken wij het geld alleen maar op. Installatiebedrijven moeten door, tijd is immers geld. Wij kunnen best even een liedje zingen of een dansje doen. Logisch dus eigenlijk, allemaal. Wat zeur ik nou?