Had Einstein het dan toch mis?
Maandagmorgen. Naast alle gebruikelijke email ook soms een berichtje van een ‘crackpot’. Onderwerpen variëren van een wereldschokkende theorie van alles tot een verklaring voor vele sterrenkundige waarnemingen, maar dan zónder uitdijend heelal. Een bijzonder populair thema: Einstein had het mis.
De afzenders van dergelijke verhandelingen komen in drie categorieën: technisch onderlegde amateurtheoretici die overmoedig gemaakt worden door gedegen kennis van de wiskunde, amateursterrenkundigen die al zo lang met het vak bezig zijn dat hun filosofische benadering van de materie slechts stoelt op verbanden die ze alleen zelf begrijpen en tenslotte het volledig autodidactische genie aan wie kennis noch kunde toebedeeld kan worden. Ik acht die laatste categorie over het algemeen geen antwoord waardig.
Einstein’s relativiteitstheorie heeft altijd tot de verbeelding gesproken. De Algemene Relativiteitstheorie beschrijft hoe de structuur van ruimte en tijd afhangt van de aanwezigheid van massa en energie, en hoe op hun beurt massa en bijvoorbeeld straling zich door de ruimte voortplanten. De ART is wiskundig elegant, al is het niet voor iedereen behapbaar. Op de allerkleinste schalen is de theorie echter niet verenigbaar met de gangbare theorie voor elementaire deeltjes. De theorie is wellicht niet volledig.
De eerder bedoelde emails gaan echter meestal niet verder dan de Speciale Relativiteitstheorie, die speciaal is in de zin dat alleen de relatie tussen ruimte en tijd beschreven wordt zonder versnellingen of zwaartekracht. Deze beschrijving gaat uit van twee simpele ‘aannamen’ en wiskunde op het niveau van het VWO. De eerste aanname is dat natuurwetten onafhankelijk zijn van het referentiekader. De tweede is uitvoerig experimenteel getest: de snelheid van het licht is onafhankelijk van beweging van lichtbron en ontvanger (denk daar eens over na, zó triviaal is dat niet!). Met wat zowaar écht simpele algebra resulteert dat in opmerkelijke resultaten, zoals dat het verloop van tijd afhankelijk is van de relatieve snelheid van twee objecten (waaruit de tweeling-paradox voortkomt), dat het begrip gelijktijdigheid op losse schroeven komt te staan en dat niets sneller kan dan de lichtsnelheid in vacuüm.
Zoals gezegd: simpele aannamen, simpele wiskunde. Dat gaat niet mis. Einstein had dát niet mis. Voortgang in de fundamentele natuurkunde is niet iets wat je al filosoferend op zondagmiddag uitdoktert, net zo min als dat je in je eigen keuken een middel tegen HIV zal koken. Al helemaal niet zonder enige training in het veld dat je probeert te revolutionaliseren. Mocht je toch een idee hebben, discussieer er dan over. Laat zien wat je nieuwe inbreng is, welk probleem dat oplost en waarom. Tegenstand een weerwoord kunnen bieden en mede-experts kunnen overtuigen in discussie, dát is wat laat zien dat je een wetenschappelijke bijdrage levert. Een loze kreet dat Einstein het mis had niet, zelfs niet als je gelijk hebt.