Help, een spreekbeurt!
Afgelopen zaterdagavond mocht ik met mijn grote bakkes een evenement presenteren: de Ondernemer van het Jaar 2017. Hiervoor werd ik enkele maanden geleden benaderd door een voorzitter van een fanfare waarbij ik wel eens een deuntje had meegezongen. Ik dacht: dít vind ik leuk, dít is mijn ding, gaan met die banaan! Ik zegde toe. Een paar belletjes, een tiental mailtjes en een overleg op kantoor bij de regisseur later begon ik het langzaam warm te krijgen. Wat ga ik nou weer doen? Ik weet helemaal niks van ondernemen en het bedrijfsleven! Ik ken van de organisatie één iemand half! Ik heb geen smoking! (ja, dat bleek mijn persoonlijke dresscode) Deze gedachten kwamen allemaal in me op toen alles inmiddels in kannen en kruiken was en het draaiboek tot op de seconde was vastgelegd.
Op deze job moest ik mezelf beter voorbereiden dan gewoonlijk. Ik maakte een begin met spiekbriefjes, 14 stuks. Interviewvragen, namen van directeuren, voorzitters en andere bonzen. Die namen kwamen wel goed, er zat weinig exotisch bij. De interviewvragen, daar moest een aantal keren voor heen en weer gemaild worden. ‘Acquisitie’, ‘beheersing van de kosten’, ‘onbekende marktsegmenten’. Bla bla bla. De vragen moesten mijns inziens grondig herzien worden. Iets luchtiger, zonder al te kinderachtig te worden. Dat mocht, gelukkig. De smoking werd geleend. De broek kon niet helemaal dicht, dus de in onbruik geraakte bretels konden de kast weer uit. Even kijken… Lakschoenen! Die moest ik ook nog hebben. Op de dag zelf trok ik de stad in. Overal lakschoenen, maar niet voor heren. Op de valreep vond ik in een poepsjieke herenmodezaak het laatste paar lakschoenen, toevallig nog in mijn maat ook! Drie keer te duur, maar vooruit. Een mooi gekleurd papiertje tegen de rug van de spiekbriefjes: yes, ik ben er helemaal klaar voor!
Zaterdagavond, iets voor acht uur. Ik trek mijn strikje recht, controleer mijn zelf gefabriceerde pochet (al schijnt die niet te hoeven bij een smoking, maar afijn) en vervloek het gegeven dat er backstage geen spiegel aanwezig is. Een parallel dringt zich aan me op: ik ben een kind dat een spreekbeurt gaat houden. De organiserende commissie is de leerkracht en de ondernemers in de zaal (mijn klasgenootjes) weten over het onderwerp net zo veel – nee, meer – dan ik. De Powerpoint-presentatie staat klaar, maar of het helemaal goed gaat weet ik niet. Er wordt afgeteld op de schermen. Het publiek blijft maar buurten. Als ze straks maar stil zijn en luisteren. Oh man, waar ben ik aan begonnen?
Anderhalf uur later haal ik opgelucht adem. Ja, de presentatie haperde af en toe. De microfoon ging uit halverwege een interview. Maar ondanks het feit dat ik geen cijfer heb gekregen, denk ik wel dat de meesters tevreden waren. Ik ben benieuwd waar ik mijn spreekbeurt volgend jaar over houd!