Hersenkraker
In mijn ouderlijk huis kun je er niet aan ontkomen: het pingeltje van DuoLingo. Mijn ouders zijn samen begonnen met een taalcursus, ook al heeft het er alle schijn van dat zij met elkaar de competitie zijn aangegaan wie als eerste DuoLingo heeft uitgespeeld. Als mijn moeder opstaat en zich naar een ander vertrek verplaatst wendt mijn vader zich tot mij: “Ik snap het niet! Ik kom maar niet verder! Vrouwelijk, mannelijk, lidwoorden. Het duizelt mij allemaal! Jij hebt talen gestudeerd. Help mij!” Omdat mijn vader technisch sterk is, hoop ik hem te helpen met de tip dat talen net zoals wiskunde zijn. Je hebt regels en die pas je toe. Kijk voorbij de woorden en zie de formules. Maar ik besef goed dat dit niet de gehele waarheid is. Taal is alles en overal. Als ik later Jet Vonk spreek wordt dit nogmaals bevestigd.
Jet Vonk is assistant professor aan de Universiteit Utrecht en associate research scientist aan Columbia University in New York. Jet lijkt stiekem een beetje verliefd op taal. ‘Ik heb taal altijd leuk gevonden. Mijn vader was goed in de Nederlandse taal en als ik hem wees op een grammaticale fout dan kreeg ik 5 cent. Dat maakte het voor mij ook leuk om met taal bezig te zijn. Daardoor ben ik ook eerst Nederlandse taal en cultuur gaan studeren en heb toen een minor in neurolinguïstiek gevolgd. Ik was daar direct helemaal aan verknocht.’
Jet heeft haar liefde voor taal omgezet tot baanbrekend onderzoek naar Alzheimer. ‘De meeste vormen van taalverlies komen door een trauma aan het hoofd, afasie: je taal was allemaal goed, nu heb je schade aan je hersenen en dit resulteert in een taalstoornis. In tegenstelling tot afasie gaat het bij dementie juist over lange en soms langzame periodes waarin je taal achteruit gaat. Bij afasie kan het ook weer beter gaan of goed komen, bij dementie gaat het eigenlijk alleen maar achteruit. Omdat het achteruit gaat, is er vaak het idee dat er geen heil te vinden is en ontbrak het voorheen vaak aan therapie om taal vast te houden.’ Inmiddels weten we hoe belangrijk het is voor de kwaliteit van leven van patiënten om zo lang mogelijk taal goed vast te kunnen houden. Daarnaast kan taal een belangrijke rol spelen in een vroege diagnose, wat helpt in het proces om medicijnen te ontwikkelen die in een zo vroeg mogelijk stadium van Alzheimer de ziekte kunnen stagneren.
Jet richt haar onderzoek daarom op de allervroegste fase van dementie. Alzheimer en andere vormen van dementie worden vaak pas relatief laat gediagnosticeerd. Er wordt voor het stellen van een diagnose gebruik gemaakt van hersenscans, neuropsychologische testen en liquordiagnostiek, waarbij eiwitten worden gemeten in het ruggenmerg. Het ziekteproces begint echter tien tot twintig jaar voordat de klinische diagnose wordt gesteld. De ziekte is dan al wel aanwezig in de hersenen, maar wij hebben de middelen niet om cognitieve symptomen vast te stellen. Het is juist dit vroege stadium waarin Jet het verschil wil maken door de cognitieve maatstaven waarmee wij werken sensitiever te maken – en dat kan met taal. ‘Taal gaat onder andere over de betekenis van woorden en het kunnen samenstellen van zinnen. Spreken is het motorische vermogen om een klank uit je mond te krijgen.’ Taal zijn de concepten, spraak de klanken. ‘Je hebt veel talen in de wereld, maar als we het hebben over iets met twee oren, een staart, vier poten en het blaft, dan denken we allemaal aan hetzelfde plaatje, ongeacht de taal die je spreekt.’ Bij Alzheimer is er in een vroeg stadium verlies van betekenis; we weten bijvoorbeeld misschien niet meer wat een leguaan is, ook al beschrijf je het. ‘Iedereen heeft natuurlijk wel eens last van woordvindingsproblemen, als een woord op het puntje van je tong ligt maar je de juiste letters niet kunt vinden en dan komt het later weer terug. Bij Alzheimer vervaagt het hele concept. De spraak wordt niet aangetast. Je kunt wel praten, en veel zelfs, maar de inhoud is niet meer samenhangend en met minder betekenis. De concepten zijn immers weggevallen.’ Het is pas in een latere fase dat Alzheimer ook een spraakprobleem oplevert en iemand stom kan maken.
Jets onderzoek zoekt dus naar manieren om eerder in het proces Alzheimer aan te kunnen tonen. Een voorbeeld van een huidige neuropsychologische test is om in één minuut zoveel mogelijk dieren te noemen. Daarin ligt de hypothese dat als iemand last heeft van woordverlies ook minder dieren zal kunnen opnoemen; weinig dieren resulteert dan in een lage score. ‘Maar we kijken nu niet naar welke dieren je opnoemt,’ aldus Jet. ‘Ieder woord heeft psycholinguïstieke eigenschappen: lengte, de frequentie van een woord in ons dagelijks taalgebruik, en op welke leeftijd je een woord leert. Zo is bijvoorbeeld “hond” een kort, makkelijk woord, wat je over het algemeen al vroeg leert. Het is zelfs vaak een van de eerste woorden die je leert, en het komt ook veel voor in onze taal. We weten dat het woord hond zo’n 193 keer per miljoen woorden voorkomt. “Leguaan”, daarentegen, komt niet zo vaak voor. Zelfs minder dan eens per miljoen woorden. Het is langer en een stuk lastiger te spellen dan het woord “hond”. Over het algemeen leer je dit woord pas op een latere leeftijd. Al deze eigenschappen maken of een woord makkelijker of minder makkelijk in een geheugen opkomt. De woorden die je bij dementie als eerste verliest zijn de woorden die je het minst vaak gebruikt, die je op latere leeftijd leert, en die moeilijker zijn. Deze woorden liggen aan de rand van je semantische woordnetwerk en verlies je daarom als eerste. Bij de dierentest is het dus niet alleen belangrijk dat je dieren noemt, maar ook welke dieren je dan noemt. Als je nog veel moeilijke dieren kunt noemen, dan is de kans minder groot dat je in een beginfase van Alzheimer zit.’
Zo maakt taal, en de talige eigenschappen van woorden, dat diagnostiek voor Alzheimer sensitiever kan worden. Een belangrijke prestatie voor iets dat we vaak voor lief nemen: ‘Taal wordt onderschat. Niet alleen in onderzoek, maar in ons leven. Wij zijn het enige dier op aarde dat het vermogen heeft om ons op deze manier zo nauwkeurig uit te drukken. Het heeft daarmee zo’n enorme impact als dat ineens verdwijnt. Taal voor mij is een van onze grootste dagelijkse levensbehoeftes en het is zo kwetsbaar. Ik hoop daarom dat anderen ook nadenken over hoe mooi het is dat wij taal kunnen gebruiken.’
Dit item is onderdeel van de serie Kaf spreekt!.
In deze themamaand over taal schrijven verschillende experts over de invloed die taal op hen heeft; in hun vakgebied, hun kunst of hun leven.
1 reactie
[…] Elsien sprak Amal Marogy, een docente Arabisch aan Cambridge University, over Arabische talen in een veranderende wereld. Daarnaast interviewde ze Polly Morton, een English Communication Coach, over het belang van de nuances van taal in diplomatieke beroepen. Tot slot sprak ze met Jet Vonk, taalonderzoeker, over taalverlies en hoe ziektes onze taligheid kunnen beïnvloeden. […]