Het verlangen iets te creëren

Ik heb het even opgezocht, vooral voor mezelf: dit is mijn vijfendertigste item op KAF. Net als iedere keer word ik een aantal dagen van tevoren verwittigd over mijn deadline. En dan mag ik rustig gaan denken waar ik het deze keer eens over zal hebben. Ik zet mijn ogen en oren wat verder open tijdens mijn werk en meestal dient er zich wel een geinig of serieus onderwerp aan. Heerlijk overzichtelijk, voorspelbaar en derhalve rustgevend. Uiteraard word ik af en toe wel overvallen door een writer’s block, maar ik twijfel er doorgaans niet aan dat ik die schrijver ben. Ik wil dit!
Op school vragen we iets soortgelijks van kinderen. Eens in de zoveel tijd schotelen we ze een stelopdracht voor. Dit kan van alles zijn: een verslag (zoals het alom bekende vakantieverhaal), een gedicht (altijd handig vlak voor Sinterklaas), een good old fantasieverhaal, een al dan niet fictief interview. Of natuurlijk een KAF-waardige column, die de inspiratieloze meester dan mooi onder zijn eigen naam online kan zetten. Deze opdrachten zorgen meestal voor een stilzwijgende tweedeling in mijn groep: de ene helft verkneukelt zich al meteen om alle hersenspinsels die ze het papier mogen toevertrouwen, de andere helft heft in gedachten de handen ten hemel en smeekt het universum om inspiratie, een soepele normering op werkverzorging en toegepaste spelling en natuurlijk een coulante minimale lengte van het aan te leveren eindproduct. Persoonlijk vind ik het fantastisch: na het verstrijken van de deadline (die zo’n drie, vier kids weer eens niet halen) krijg ik telkens weer een uniek inkijkje in de creatieve (on)mogelijkheden van mijn leerlingen op dit gebied. Zo zijn er de jongens die uiterst efficiënt, met het minimum aantal woorden en inspanningen, hun ‘voldoende’ voor het rapport binnenhalen. Ook lees ik zo’n zes keer exact hetzelfde gevecht tussen de held en de aliens. Écht leuk wordt het bij het nakijken van de pareltjes van de gedreven jongelingen die de geschreven taal omarmen als middel om hun fantasie de vrije loop te laten. Woordgrapjes, absurde wendingen, kolderieke acties van originele antihelden: met de rode pen in de aanslag betrap ik mezelf regelmatig op een plotselinge schaterlach.
Het doet me goed om méér dan alleen een beoordeling onder zo’n opstel te kunnen zetten. Of om deze kinderen de volgende dag eens rechtstreeks een compliment te maken over hun stuk. En dan maar hopen dat deze schrijvers in de dop deze feedback als een extra duwtje in de goede richting kunnen ervaren. Dat bij hen het verlangen iets te creëren ook in de rest van hun leven zal blijven jeuken in de vingers van hun schrijfhand. Want van enkel hoge scores halen en binnen de lijntjes kleuren is nog nooit iemand een compleet mens geworden.
op naar de volgende 35, zou ik zeggen ;)