Hij mantelzorgt.

Het onderwerp ‘mantelzorg’ doet me aan Sint-Maarten denken. Een schone definitie voor mantelzorg, toch? Op Sint-Maartensavond (de vrijdag net voor 11 november) trekken de kinderen in ons dorp van deur tot deur met een zelfgemaakte lantaarn. Al zingend. Beloningen worden gul uitgedeeld in de vorm van snoep, vooral snoep. Bij de plaatselijke bank al eens een balpen, in het jeugdhuis warme chocomelk en in de jeugdbeweging een pannenkoek. Het is een warme, gezellige avond. Het liedje dat wordt gezongen gaat over Sint-Maarten: ‘Met zijnen bloten arme‘ verwijst naar het stuk mantel dat hij afstaat aan iemand die het nodig heeft, mantelzorg.
Mantelzorg, mooi omschreven als alle extra zorg die mensen geven aan familieleden of vrienden die tijdelijk of permanent hulpbehoevend zijn, als gevolg van een fysieke of verstandelijke beperking of een psychische aandoening. Zoals jullie ondertussen weten ben ik zelf belast wat betreft mijn psychische gezondheid. Een drieëndertigjarige mama van twee kindjes, maar bovenal de partner van P., mijn grote jeugdliefde. Nog steeds. In goede en kwade, verdrietige dagen. En dus aan de ontvangende kant van mantelzorg.
Als je partner ziek wordt, verandert ook je relatie. Er komt zorg bij. Soms heel veel zorg. Vaak veel zorg. Zorg. Mij een zorg, heb ik nooit gedacht. De berg schuldgevoelens naast mijn zo geliefde bed zorgt daar wel voor.
Ik wist het op het moment dat ik crashte in mijn job. Ik deed er een jaar over om te aanvaarden dat ik thuis moest recupereren. Met mijn liefje en mijn kindjes bij mij. De invloed die zo’n levensbedreigende ziekte op je relatie heeft wordt onderschat, denk ik. De belasting bij de partner als mantelzorger wordt amper aangekaart. Het was mijn partner die voortdurend de vraag kreeg ‘hoe is het met Elke?’, maar wie vroeg hoe het met hém was? Na een lang behandeltraject vervagen die vragen sowieso. Ik kan daarmee leven. Ik kan er mij iets bij voorstellen. Mijn lief blijft echter zitten met een partner met zorgnoden. En terwijl ik hem niet nog meer wil belasten, wil hij mij niet belasten met zijn eigen zorgen.
Ik wil maar zeggen: na een lange tijd werken aan (vooral) mezelf, kunnen we plots niet meer anders dan werken aan ons tweetjes, onze relatie. Dat weet je niet als je ziek valt, daar houd je geen rekening mee. Ik wil dat er voor hem gezorgd wordt en we hebben daar ook stappen in gezet. Moeizaam, maar wel samen. Schuldgevoelens bij mij versus onbegrip bij hem. Zo moeten we elk op zich voor elkaar zorgen, maar daarnaast blijven we samen in deze zorgsituatie zitten. Er is daar niets aan te forceren. Helemaal niets. We moeten leren omgaan met de frustraties, elk apart.
Wanneer jullie dit lezen, ben ik net terug van een Spaans tripje met mijn mama en mijn zwangere zusje. Meisjestijd. Mijn berg schuldgevoelens past niet in mijn rugzak die maar tien kilo mag wegen, maar ze vullen wel de gaatjes op. Ik heb hard getwijfeld of ik mee zou gaan, maar ik hoop dat ik kan zeggen dat ik er deugd van gehad heb, even helemaal weg. Mijn beslissing om mee te gaan werd gesterkt door het geloof dat mijn lief er ook deugd van zal hebben dat ik er even niet ben. Hij staat er natuurlijk alleen voor met onze twee pagadders, maar dat is hij helaas ook gewend: ik ben er vaak niet geweest door ziekenhuisopnames, en ook al ben ik sinds februari thuis, ik ben nog niet altijd aanwezig.
Hij zal zijn mantel aan de kapstok kunnen hangen terwijl ik weg ben. Mijn mama en zus zullen me wel even onder hun vleugels, eh, mantels, nemen.
Wil je meer weten over de cijfers achter mantelzorg? Lees hier het item van Marthe.
1 reactie
[…] hoe mantelzorgen beleefd kan worden vanuit het perspectief van een ontvanger van mantelzorg? Lees hier het item van Elke over haar ervaringen […]