Koffie met melk (en een koekje)
Mike staart in het kopje koffie dat de barvrouw hem zojuist heeft gegeven. Het is zwarte koffie waarin de omlijning van zijn gezicht wordt weerspiegeld. Hij had gevraagd om koffie met melk. Geen suiker, want dat is niet goed voor zijn tanden. Alleen melk. Toch heeft de barvrouw hem zwarte koffie gegeven. En een koekje dat verpakt naast het kopje op het schaaltje ligt. Maar geen melk. Mike drinkt altijd melk in zijn koffie. Anders overheerst die bittere smaak.
Op de toog staat een zilverkleurig vaatje met koffiemelk. Mike hoeft alleen maar op te staan, dat vaatje te pakken, de koffiemelk in te schenken en het vaatje weer terug te zetten. Mike heeft dan koffiemelk in zijn koffie (al is dat natuurlijk anders dan melk, maar goed), alleen zal de barvrouw niet weten dat zij hem de verkeerde bestelling heeft gegeven. Eigenlijk wil hij haar gewoon vragen om alsnog koffie met melk voor hem te maken. Toch blijft hij in zijn zwarte koffie staren.
Als Mike heel eerlijk is, durft hij niet met honderd procent zekerheid te zeggen of hij echt om koffie met melk heeft gevraagd. Tenminste, hij wíst het zeker. Absoluut zelfs. Tot hij zijn zwarte koffie kreeg. Misschien dácht hij koffie met melk te hebben besteld, maar heeft hij per ongeluk de melk weggelaten? Dat kan gebeuren. Straks beweert hij tegenover de barvrouw dat zij een fout heeft gemaakt en blijkt de schuld bij hem te liggen. Komt hij voor zichzelf op terwijl dat onnodig is.
Zijn koffie zonder melk is koud aan het worden. Koude koffie is nog smeriger dan koffie zonder melk. Hij pakt het koekje, haalt hem uit de verpakking en neemt er hele kleine hapjes van. Ondertussen blijft hij in de zwarte koffie staren, naar de omlijning van zijn gezicht. Hij neemt zijn beslissing wel als het koekje op is.