Mijn begrafenis
Het regende. Hard. Maar dan ook echt vies hard, met van die woosh-geluiden en opwaaiende bladeren. Ik fiets naar m’n werk, en vraag me af waarom ik in godsnaam niet gewoon de bus heb gepakt. Maar goed, trotse Nederlander enzo, dus ik ploeter op m’n tweewieler door de regen. De route naar mijn werk neemt me langs een grote begraafplaats, en daar is net een begrafenisstoet aan het uitladen. Het kille noodweer geeft een filmachtige sfeer aan het gebeuren; mannen met lang zwarte jassen tillen, geteisterd door zware regen, de kist op hun schouders. Tranen verhuld door de genadeloze regen.
Misschien is het een beetje morbide, maar ik heb best wel eens nagedacht over hoe mijn begrafenis er uit moet gaan zien. Eigenlijk heb ik daar helemaal niks mee te maken want ik zal de enige van de genodigden zijn die er niks van meekrijgt, maar het ego wil ook wat dus heb ik een heel plan in m’n hoofd. Ik wil in ieder geval geen misère. Hermes Houseband, rode fopschoenen en heel veel drank. Dat wil ik.
Hermes Houseband. Als de kist de zaal wordt binnengedragen zal de Hermes Houseband versie van Gloria Estefans ‘I will survive’ door de speakers knallen. Bonuspunten voor kistdragers die stiekem een beetje meehossen. Dan word ik met kist en al op een verhoogd platform achter het spreekgestoelte gemikt, zodat aanwezigen net niet in de kist kunnen kijken. Bij wijze van traditie mogen mensen dan liegen hoe geweldig, hilarisch en briljant ik wel niet was, en wat een gemis voor de mensheid het zal zijn dat ik er niet meer ben. Het lijkt me gepast dat elke spreker een drankje heeft tijdens het spreken, en ook geacht wordt dit weg te werken voordat hun praatje over is.
Daar zit je dan. Net gelogen over hoe tof ik wel niet was, net een beetje te dronken en toch wel een beetje sip. Voordat je door kan stomen naar de afterparty moet je nog even langs de kist om daar een bloem te te leggen. Als je de eerste trede beklimt zie je opeens twee rode neuzen uit het voeteneind van de kist steken. Paar stappen verder en je staat naast de kist. En daar lig ik. Opgemaakt als Ronald McDonald, inclusief fopschoenen, fopneus, grote rode grijns en pruik.
Vertel mij maar eens dat je niet tóch moet lachen. Sure, het is een beetje morbide, maar ik denk dat het precies de juiste sfeer zet. En ik wil het echt. Mam, pap, ik wil het echt. Make it happen. Het gaat een goed feestje worden. Entree vragen om binnen te komen, gratis shotje bij de deur. Drank te over, obers met bittergarnituur en goede muziek. Nostalgie, geen verdriet. Tranen van het lachen, niet van misère. En laat het beeld van mij als clown maar in het geheugen blijven staan. Heb ik toch de laatste lach.
RT @kafBlog: Nieuwe column: Mijn begrafenis (Rifraf) — http://t.co/md3x5AIWrN #Kaf #Nieuw
https://www.youtube.com/watch?v=mXoRbmbw2R4