Mijn stem te grabbel
Dit jaar, meer dan alle andere jaren, ligt mijn stem voor het oprapen. Meer dan ooit twijfel ik tussen links en rechts, tussen meer sociaal of meer liberaal, tussen empathie en koude ratio, tussen Groen Links en VVD en alles ertussenin. Meer dan ooit verlang ik naar een partij die tegelijkertijd bevlogen aangeeft waar ze voor staan, wat ze willen met het land, wat ze verschrikkelijk vinden en wat fantastisch, maar die ook realistisch is, praktisch, pragmatisch, verstandig. Een partij die gehoor geeft aan de zorgen van ‘al die domme Nederlanders’ die hun banen zien verdwijnen, bespuugd worden op straathoeken en zich niet meer veilig voelen ’s avonds. Maar die ook de andere kant ziet, weet dat wij niet zomaar duizenden mensen in nood laten omkomen, begrijpt dat een verschil in cultuur geen verschil in rechten betekent. Dat, zelfs als onze tegenstanders de regels overtreden wij ze blijven volgen, juist omdat dát ons van hen onderscheidt.
Een partij die beseft dat iedereen wellicht theoretisch gelijke kansen heeft, maar dat het in de praktijk niet zo werkt. Dat wie je ouders zijn, hoeveel middelen je ouders hebben, hoeveel tijd je ouders hebben, hoeveel kennis ze hebben en hoeveel respect voor kennis ze hebben alles uitmaakt in hoeveel kansen jij in je leven gaat krijgen. Maar die wederom ook pragmatisch is, begrijpt hoe Nederland mee kan blijven spelen in de wereldeconomie, hoe Nederland welvarend blijft, hoe verdragen gesloten moeten worden en hoe we soms wat in moeten leveren voor het grotere goed. Dat we gelijke rechten hebben maar niet noodzakelijk gelijk zijn, dat we prestaties mogen belonen en uitblinkers worden gewaardeerd.
Ik ben voor de armen maar niet tegen de rijken. Ik ben tegen religie en voor religieuzen. Ik erken gevoel maar vertrouw op feiten. Ik ben tegen kut-Marokkanen en tegen kut-Nederlanders. Je moet gewoon niet kut zijn. Ik ben voor het klimaatverdrag van Parijs, voor een groener Nederland, en voor kritisch kijken naar de maatregelen die we treffen. Ik ben voor pragmatiek, maar ook voor idealen. Ik ben liberaal en sociaal en kapitalist. Ik weet al jaren niet waarop ik moet stemmen, geen partij lijkt de lading te dekken. Te idealistisch, te pragmatisch, te immoreel, te natte-tosti, te populistisch, te idioot, te gristelijk, te geitig.
‘Overtuig me!’ Wil ik roepen. Jesse Klaver, Alexander Pechtold, Mark Rutte en alle anderen, kom me halen, grijp mijn stem, neem me mee in jullie bevlogenheid! Maar uiteindelijk ik ben 1 van 17 miljoen, en zijn jullie maar met weinig. Misschien is het aan mij. Misschien moet ik het zelf doen. Als ik nou heel hard ga zoeken, beloven jullie dan het waard te zijn gevonden te worden?