Natuurlijk

Onder de blakende zon liep ik het zanderige pad af richting zee. Ik deed het traag, maar dat deerde niet. Ik was de haast hier haast vergeten. De zengende hitte zweepte het publiek van zingende krekels op. Alsof ik een stoffige arena betrad en luid tsjirpend werd toegejuicht. Een aantal duiven vlogen onbeholpen en argwanend van de ene boom naar de andere. Hoewel het omgekeerde de gewoonte is, floot ik hen toe in de veronderstelling dat ze zo zouden begrijpen dat ik geen gladiator was en dus geen vijand. Ze verdwenen in het gewelf van takken om zich daar verder met duivenzaken in te laten. Ik vroeg me af hoe zij het eigenlijk allemaal zagen. Het leven en de aarde enzo. Zouden ze hier ook rondvliegen met het idee dat dit hun planeet was en alle andere levensvormen figuranten en decor waren? Ze kennen immers enkel de wereld vanuit vogelperspectief.
Ik opende het ijzeren poortje en kwam op het strand terecht. Een nudist of drie verderop, vond ik een plek waar ik een aantal uren niet al te veel zou doen. Een tijd lang lag ik met gesloten ogen te luisteren naar het aankomen en wegtrekken van de golven. Ik ademde op hetzelfde tempo alsof mijn longen de hele zee waren en we dit werk samen deden. Na weken van kortademigheid, werd me hier nieuw leven ingeblazen. Ik dommelde in door het hypnotisch gespoel en werd pas wakker toen ik nog net medium, maar bijna well-done gebakken was. Het turquoise water nodigde me uit om me te verkoelen in zijn oneindigheid. Ooit was dit voor mensen het einde van de wereld, bedacht ik me. Hoe zouden zij het destijds allemaal hebben gezien? Ze wisten immers nog niet dat de aarde rond was.
Zo deinde ik op het lauwe water en de stroom gedachten. Af en toe dook ik naar de bodem om er de zon in een boeket gouden stralen te zien breken en een visje achterna te zwemmen. Ook daar was het leven weer een ander verhaal.
Terug aan wal zocht ik de schaduw op onder een rij pijnbomen. Hun geur, gevoerd door de zilte zeebries, wilde ik voor altijd kunnen vasthouden en meenemen naar waar ik ook ging. Hoeveel strandgangers zouden deze bomen al voor verbranding hebben behoed, vroeg ik me af. Aan hoeveel dieren hadden ze onderkomen geboden? Hoeveel actualiteiten en rampen hadden ze tot geschiedenis weten te vernevelen om toch elke dag de zon te zien opkomen en ondergaan boven het eeuwig ruisende water.
Terwijl ik als een leerling van die bomen wijsheden opstak over vandaag, morgen en andere dingen, dacht ik aan hoe een Belgisch minister een tijd voordien mensen vertelde dat bomen altijd de functie hadden gehad om gekapt te worden. Misschien kende ze geen bomen persoonlijk en was ze de hele natuur vergeten, dus ook zichzelf. Ik vroeg me af waarom ze anders zo onnatuurlijk kon denken over de dingen, het bood immers geen enkel perspectief.
In deze themamaand over ‘Wild!’ schrijven verschillende experts over het thema wild: wilde natuur, wilde gedachten, de grote wildernis… Brul mee in deze wilde maand!