Neanderthalers
Moon, Big Hero 6, Ex Machina, Age of Ultron, Chappie, Her. Kunstmatige Intelligentie en robots zijn hot shit in Holywood. Sommige robots komen je een pleister en een knuffel geven, anderen willen je organen telen voor energie.
In films als A.I. en Ex Machina zien we robots die net als Pinokkio het liefst een echt mensje zouden willen zijn. Maar voordat we onze eigen kunstmatige bff kunnen maken zijn er nog wel wat problemen op te lossen. In Ex Machina wordt onder andere het gedachtenonderzoek van Mary the super-scientist genoemd: een onderzoekster die de wereld observeert vanuit een zwart-witte kamer, op een zwart-witte monitor. Ze weet precies wat er op neurologisch niveau in ons hoofd gebeurt als we naar de blauwe lucht kijken, maar ze heeft het zelf nooit meegemaakt. Als Mary de kamer uit stapt en voor het eerst zelf de lucht ziet leert ze iets nieuws: hoe het is om blauw te zien. Crux van het argument: al heb je alle theoretische kennis ingeprogrammeerd, de ervaring, de qualia van het zien ontbreekt bij kunstmatige intelligentie. Tegenargument: misschien is ook de neurologische reactie die de ervaring kenmerkt gewoon in te programmeren.
Het oh my god we’re all going to die-type kunstmatige intelligentie is ook vaak op het witte doek te zien, bijvoorbeeld in Age of Ultron, iRobot en the Matrix. Hierin zijn machines veelal koude, berekenende supercomputers: minder Pinokkio en meer machines des doods; een superieure intelligentie die de overbodige mensheid van aarde veegt. Waar de zelfbewuste emotionele knuffelrobot nog redelijk ver weg lijkt, al is het maar door het gebrek aan kennis over ons eigen bewustzijn, lijkt deze vorm van kunstmatige intelligentie al aardig dichtbij. Met het groeiende werkvermogen van computers en steeds betere manieren tot onderlinge communicatie is het niet meer enkel een wilde fantasie van idioten met hoedjes van aluminiumfolie. Komen de robots onze banen stelen? Of gaan ze voor meer?
Emotionele lieverdjes of koelbloedige rekenwonders, het roept een hoop vragen op. Als we emotionele, zelfbewuste schepsels maken, dan moeten we op ethisch niveau gaan beslissen wat onze verantwoordelijkheid is. Moeten we robots dan rechten en plichten toekennen? Rekening houden met hun gevoel? Of als de emotie juist ontbreekt en we een rationele supercomputer creëren, wat dan? Wat als dat rekenwonder berekent dat de aarde ons beter kwijt dan rijk is? Moeten we dan a) niet overwegen of we misschien eens wat liever met de aarde om moeten gaan, en b) nadenken of we een soort fail-safe moeten inbouwen zodat we de robots te allen tijde de baas blijven (hoewel dat in iRobot geen daverend succes was)? Misschien moeten we ons in beide gevallen zelfs wel afvragen of, als de robots ons inderdaad voorbij streven, we het niet gewoon verdienen om als achterhaalde soort langzaam van het toneel te verdwijnen? Mensen, de nieuwe Neanderthalers.
Een robot die ’s ochtends in de spiegel kijkt en denkt ‘is dit het nou’. Hoe ver is kunstmatige intelligentie? http://t.co/3Jq9DEQvUC