Oblivion en de problematiek van bewustzijn
Oblivion is in vele opzichten niet het beste werk uit het oeuvre van David Foster Wallace (DFW). Infinite Jest rolde van de loopband af als een moderne klassieker en The Broom of The System was een debutroman van heb ik jou daar. Oblivion heeft samen met The Girl With The Curious Hair en Brief Interviews with Hideous Men een andere plek in het werk van DFW. De man in kwestie pende namelijk pagina’s vol met met ingewikkelde zinsconstructies die zodanig uit de hand liepen dat de komma’s en mozartesque puntkomma’ s nauwelijks de maalstroom van gedachten bijeen konden houden. Van zo’n iemand verwacht je geen korte verhalen. Toch wist DFW ook in Oblivion, wat zijn meest recente werk is (dat hij volledig zelf schreef), iets naar de pagina te brengen dat gehoord moest worden.
Voor de ongeïnitieerden: David Foster Wallace was een Amerikaanse schrijver die bekend stond om zijn meta-fictie en listige linguistische constructies. Hij schreef veelal postmoderne literatuur en wist faam te verwerven met zijn 1100 pagina’s dikke roman genaamd Infinite Jest, een roman over de complicaties van het Amerikaanse leven en Entertainment met een hoofdletter E. Zijn eerste roman: The Broom of The System ging over Wittgenstein, en dit boek gooide hem in het diepe van de literaire wereld. Het onderwerp was echter ingewikkeld, en de concepten over Zelf en De Ander, taalconstructen en filosofie leken in eerste opzicht niet weggelegd voor iedereen. Maar, door zijn schrijfstijl wist David Foster Wallace dit te overbruggen. Hij vond het menselijke en humoristische in ingewikkelde academische onderwerpen en bracht deze zo levendig naar de pagina dat je vaker dan verwacht van je stoel viel van het lachen.
De wreedheid van Neurowetenschappen
Oblivion, uit 2008, is een boek dat zich voornamelijk bezig houdt met kernvragen binnen de neurowetenschappen op het gebied van bewustzijn. Wallace had de angst dat we eigenlijk een soort machines zijn, en dat we simpelweg draaien op systemen die ons het gevoel van menselijkheid geven terwijl het enkel een spel van input-output is. Het draait om hersenspinsels zoals: is onze liefde voor ons nageslacht voorgeprogrammeerd, hebben we een vrije wil, en kunnen we wel spreken van echte emoties als we als machines ingericht zijn om ze op vaste gebeurtenissen te hebben? De neurowetenschap lijkt steeds meer bloot te leggen en te suggereren dat we inderdaad veel van dit soort machinale mechanieken hebben. Dat kan ongemakkelijk zijn.
Oblivion speelt met zulke vragen over machinaal zijn in de context van hoe wij verhalen vertellen. In Oblivion vinden we ingewikkelde vertellingen van mensen die spreken over situaties waarin men twijfelt of ze hun eigen ervaringen wel kunnen vertrouwen. De problematiek van zodanig veel liegen dat de waarheid lijkt te verwateren staat centraal in Good Old Neon (wat als het beste verhaaltje uit de bundel wordt gezien). Verder lees je over iemand met ADD die, toen zijn basisschoolleraar gestoord werd en alleen maar KILL THEM op het bord begon te schrijven, niets van dit alles meekreeg. Hij blikt terug op het feit dat hij de belangrijkste gebeurtenis in zijn leven heeft gemist. Al deze verhalen gaan uiteindelijk om het vast zitten in patronen die neurowetenschappen blootgeven. We krijgen daardoor het gevoel dat er sprake is van overmacht. Het is die overmacht waar de figuren mee worstelen.
In het laatste verhaaltje uit de serie komt nog een citaat langs: BEWUSTZIJN IS EEN NACHTMERRIE VAN DE NATUUR, verwijzend naar Emil Cioran. Hiermee weet Wallace eigenlijk neurowetenschappen en het idee van bewustzijn aan elkaar te haken. Alle personages hebben last van hun bewustzijn, ze denken in termen van de neurowetenschap, alles ligt buiten hen, en dat zorgt voor hun problemen. Maar wat is het toch dat bewustzijn problematisch maakt?
Het bestaan als verbanning
Als we niet bewust waren geweest dan hadden we veel van zulke vragen namelijk niet kunnen stellen. We hadden niet kunnen overwegen wat voorgeprogrammeerde liefde betekende noch hadden we kunnen nadenken over onze vrijheid. We hadden niet hoeven stilstaan bij alle dingen die we hebben gemist, alle kansen die we hebben laten gaan, alle fouten die we hebben gemaakt. Al die gedachten creëren in het boek problemen die uiteindelijk catastrofaal zijn voor veel van de personages. In dat opzicht probeert DFW te wijzen op het feit dat sommigen onder ons veel last ondervinden van bewustzijn. Het kan namelijk allerlei problemen maken die er niet hoeven zijn.
We gaan terug naar Emil Cioran die het volgende schreef: “Is het mogelijk dat bestaan onze verbanning is en de leegte ons thuis?” Het idee dat Emil voorstelt is dat de leegte, of het beest, misschien te prefereren was over deze verbanning naar het zelfbewuste. Beide heren vragen zich ergens af of dit hele gebeuren (lees: bewustzijn) niet gewoon een grote vergissing is. Dat klinkt misschien verschrikkelijk in de oren, zeker als je altijd door het leven heb gevlogen met genoeg serotonine in je lijf. Maar, Wallace die zijn leven lang aan anti-depressiva zat, moest deze vraag wel degelijk stellen.
Camus formuleerde het anders. Hij vroeg zich af of we geen zelfmoord zouden moeten plegen. De opening van zijn boek ‘De Mythe van Sissyphus’ bespreekt dit vrij helder en het hele boek zelf is een zoektocht naar waarom we dit niet moeten doen. Wat denk jij? Ben je blij dat je bewust bent, of laat je het liever schieten?