Een onbesmet eitje uit eigen tuin
De gekke koeienziekte van midden jaren negentig is de eerste dierenepidemie die mij nog goed voor ogen staat. Beelden van doodzieke runderen, waggelend op hun benen, waren in die tijd vaker wel dan niet in het nieuws. Niet lang daarna kregen de varkensboeren een varkenspest-vloedgolf voor hun kiezen. Ik herinner me nog levendig de grijpmachines die de varkens letterlijk uit hun stallen grepen waarna ze massaal werden vernietigd. In 2003 werd vervolgens maar liefst een derde van de totale pluimveestapel in Nederland geruimd als gevolg van de vogelgriep.
Dit is zomaar een greep uit de ellende waar Nederlandse veehouders – maar vooral ook de door ziekte getroffen dieren – de afgelopen twintig jaar mee te maken hebben gehad. Een drama, zeker, maar ik sta hier niet raar van te kijken. Integendeel, het verbaast me zelfs dat er niet meer van dit soort epidemieën plaatsvinden. Want laten we eerlijk zijn, als je tienduizenden dieren bij elkaar in één ruimte propt, dan vraag je er toch om? Je hoeft geen geleerde te zijn om te weten dat dit een perfecte omgeving is voor menig virus en bacterie.
Toch leren we hier met zijn allen niets van. Sterker nog, het aantal pluimveebedrijven in Nederland neemt al jaren af, terwijl het aantal kippen in ons land juist toeneemt. Huh, wat? Jazeker, je leest het goed. In 2014 werden op in totaal 2160 bedrijven ongeveer 105 miljoen kippen gehouden. Dat betekent gemiddeld 69 duizend kippen per pluimveebedrijf. Je kunt je voorstellen hoeveel veren – en stof – er in zo’n stal rondfladderen.
En dat is nou precies het probleem: veren en veren-stof zijn een walhalla voor zoveel verschillende soorten luizen, vlooien en mijten dat je er jeuk van krijgt. Eén van deze ellendelingen, de zogenaamde bloedluis (officieel trouwens een mijt en geen luis, maar enfin), is de reden dat we momenteel midden in een internationale Eierbesmettings-Thriller zitten. Ik zou bijna zeggen dat het ook wel weer eens tijd werd voor een stukje veehouders-drama.
Zolang wij met zijn allen – jazeker, ook wij als carnivoor-consument-die-zo-weinig-mogelijk-wil-betalen – het economisch belang voorop blijven stellen (oftewel meer dieren verspreid over minder bedrijven) zullen dit soort epidemieën zich voor blijven doen. We kunnen nu dan wel het bedrijf dat de bloedluis heeft bestreden met fipronil de schuld geven, maar het pijnpunt zit dieper. De manier waarop de vee-industrie is opgezet moet radicaal anders: minder dieren per bedrijf en meer ruimte per dier. En ja, dat betekent inderdaad dat we dan waarschijnlijk meer voor een bief-of varkenslapje moeten gaan betalen. Gelukkig kunnen wij carnivoren best een paar dagen per week zonder ons stukje vlees (of vis), toch? Nemen we in plaats daarvan gewoon af en toe een eitje. Onbesmet graag, want dat kan dan wel.