Pak
Vas staat in een pashokje een lichtblauw jasje en broek te passen. Hij is niet van de pakken, hij ontkomt er niet aan voor morgen nette kleding te regelen. Morgen is zijn eerste werkdag en de bedrijfscultuur schrijft nou eenmaal voor dat hij in pak moet komen opdagen. Niet te somber. Niet te vrolijk. Netjes. “Informeel”, zei zijn werkgever. Er werd niet verteld wat nou precies “informeel” is. Toen Vas de kledingwinkel binnenliep koos hij gewoon voor de kleur lichtblauw. Of dat echt informeel is weet hij niet. Lichtblauw is altijd zijn kleur geweest.
De verkoopster gluurt tussen de gordijntjes door naar zijn paspoging. Vas ziet haar gezicht gereflecteerd in de spiegel. Hij schat in dat ze ouder is dan hij. Niet veel ouder, maar wel een paar jaar. Waarschijnlijk is ze eind twintig, begin dertig, zoiets. Hij weet heus wel dat ze gewoon haar werk doet, toch krijgt hij het op de zenuwen van haar gestaar.
Het kost moeite het jasje aan te trekken. En als hij zichzelf zo bekijkt ziet het er niet zo flatteus uit. De mouwen zijn te kort. De knoopjes gaan moeilijk dicht. Als hij buigt kraakt het stof. Hetzelfde geldt trouwens voor de broek. Vas had nog gehoopt de juiste maat te hebben gepakt, maar de maat waarop hij vertrouwde is van jaren geleden, toen hij nog achter zijn moeder aan door kledingwinkels sjokte.
‘Misschien dat je een ruimer jasje moet proberen?’ oppert de verkoopster.
‘Ja,’ zegt Vas. De verkoopster knikt en is spoedig terug met een ruimer zittend jasje en broek. Het is hetzelfde soort jasje, maar dan wel in een andere kleur. Wit. Of nee, grijs, ziet Vas als hij beter kijkt. Niet echt zijn kleur. Maar dit jasje past perfect. Net als de broek.
‘We hebben geen lichtblauw meer in deze maat,’ zegt de verkoopster. ‘Het staat je wél erg goed. Je kan er ook nog een overhemd onder doen. Ik weet wel eentje die hier perfect bij past.’
‘Prima,’ zegt Vas, en de verkoopster trekt zich terug in de winkel. Vas kijkt naar zichzelf in de spiegel. Hij ziet er ouder uit. Niet meer de net afgestudeerde twintiger die genoot van het studentenleven, de kroegtijger die tot diep in de nacht in het café zat met medestudenten, en na sluitingstijd aan de rand van de gracht ging zitten om de zon te zien opkomen. Nu hij in dit pashokje staat om een nieuw pak te passen, dringt het besef tot hem door dat die tijd achter hem ligt.
De verkoopster geeft hem het overhemd aan. Het is een mooi plaatje, dat grijs boven op het wit.
‘Het zit goed,’ zegt hij.
Wist je dat er bij dit item ook allemaal ongelooflijk hip & happening items verkocht worden in de webshop? Als je een kijkje wil nemen, klik hier!