Praat voor de gein eens met elkaar

In 1969 zette het Amerikaanse ministerie van Defensie ARPANET op. Zo konden ze verschillende onderzoeksinstituten met elkaar verbinden. Dit bleek kei handig, en na een jaar of 17 ontstond het internet, dat uiteindelijk in 1993 beschikbaar werd voor burgers. ‘Internet’ is overigens geboren als bijvoeglijk naamwoord en werd in de beginjaren ook enkel als zodanig gebruikt. Inmiddels heeft het zich opgewerkt tot zelfstandig naamwoord. Wat wil je ook, als er inmiddels zo’n 5 miljard mensen gebruik van maken? Dan gaan dingen hun eigen leven leiden.
Alle informatie ter wereld
Een van de usp’s van internet is de toegang tot alle informatie ter wereld. Ga naar Google, geef een zoekterm in en het is een kwestie van geduld voordat je alles weet over het syndroom van Cotard, pidan of de dood van Paul McCartney. Je kunt van alles te weten komen over alles. Informatie die vrij beschikbaar is, maar ook vrij te plaatsen is. De kans is dus groot dat je de dingen die je leest niet snapt óf niet kan controleren op waarheid. Dat is onhandig, maar veel mensen stappen hier met gemak overheen: ‘dat heb gestaan op Facebook’ en het past bij mijn beeld van de wereld, dus is het zo. Er is veel informatie, maar het is onmogelijk om deze allemaal door te nemen en te doorgronden. Dus hebben we elkaar nodig om wegwijs te raken op het world wide web.
Praten over de ander
Maar ook daar gaat het mis. We praten namelijk graag over van alles en nog wat, maar ook over elkaar. Ik weet niet of het een nieuw algoritme van de megalomane hand van Elon Musk is, maar de laatste tijd zie ik vooral mensen/accounts op Twitter die praten óver anderen. Niet mét. We praten over asielzoekers, boeren, politici en journalisten alsof die niet gewoon kunnen meekijken én meepraten. Openbare interacties duren vaak niet lang voordat er een ‘block’ volgt, of er een legertje trollen bovenop de gesprekspartner duikt. We roddelen lekker in het wilde weg over andere groepen alsof we nog steeds op ons middeleeuwse marktplein staan en een van ons vorige week een wolf in het bos heeft gezien. Het wantrouwen in de ander is zo groot, dat we zonder enige moeite op voorhand discrimineren. Terwijl we zeggen dat we daar allemaal tegen zijn.
Leer van elkaar
Maar dat kan toch niet de bedoeling zijn? Het is alsof we een iPad cadeau hebben gekregen maar hem niet gebruiken zoals hij bedoeld is. Ga online en praat eens mét elkaar, in plaats van óver. Laat je initiële wantrouwen varen, luister naar de ander en leer van elkaar. Veeg samen misverstanden van tafel. Haal de kou uit de lucht. Je zult er al gauw minder zuur van worden, en je kunt je vrienden meedelen dat ze niet meer bang hoeven te zijn van die moslim van de overkant, die D66’er op zijn bakfiets of die boer die altijd zo nors kijkend voorbij scheurt op zijn tractor.