Records moeten sneuvelen
In de eerste ronde van het rodelen op de afgelopen Olympische Winterspelen was de volgorde van de atleten min of meer zo, dat de langzaamste eerste kwam en iedere daaropvolgende de leiding over nam. Niks mis mee. Het commentaar hierbij was steevast dat de zojuist naar beneden gesjeesde een baanrecord had verworven! Ongelooflijk! Baanrecord na baanrecord, wat een opeenstapeling van hoogtepunten. Al bij de derde glijder ergerde ik me kapot.
In wetenschappelijk nieuws gebeurt er iets heel soortgelijks, deels gevoed door de gewoontes van wetenschappers, die op hun beurt weer in dat gedrag gedwongen worden door geldschieters. Dingen schijnen alleen maar hip te kunnen zijn als ze groter (of juist kleiner), beter, verder, ouder of andere vergrotende trappen zijn.
Maand na maand verschijnt er weer ergens een persbericht met het verst verwijderde sterrenstelsel ooit, een planeet die meer op de Aarde lijkt dan ooit tevoren en ga zo maar door. Ten eerste lijken die planeten meestal niet op de Aarde (ze hebben meestal meer weg van Neptunus, geen onbelangrijk verschil) en ten tweede is het vinden van een tweeling-Aarde een tamelijk zinloze prestatie (we gaan er echt niet heen ofzo). Het zou ook wat zijn als we met meer waarnemingen, grotere en duurdere apparatuur en voortschrijdende analysetechnieken geen sterrenstelsels zouden vinden die nog verder weg staan dan de vorige recordhouders. Kortom, ja er zijn recordhouders die vervangen worden, maar nee, zo boeiend is dat niet.
Vind ik dan dat onderzoek zinloos? Allerminst. Daarnaast vind ik popularisatie een essentieel onderdeel van de wetenschap. Elk artikel in de krant telt mee, en als dat beter gaat met records, dan maar zo. In zekere zin geeft het echter net zo’n scheef beeld van de wetenschap, als dat de Olympische Spelen geven van sport. Zou het niet mooi zijn om een keer een artikel te lezen over nieuw inzicht, dat met vele horten en stoten, discussie, falen en toch doorzetten tot stand is gekomen?
Als je het mij vraagt zou het imago van de wetenschap (en haar bedrijvers) met sprongen vooruit gaan als de berichtgeving in de populaire media meer beschreef over het proces via welke we tot nieuwe inzichten komen. Records zijn kleine stapjes voorwaarts, die allemaal bij elkaar onze kennis over de wereld nog lang niet zoveel verder brengen als het onderzoek van de vele duizenden meestal junior wetenschappers, waar je zelden tot nooit iets over hoort.
Zou iets soortgelijks ook opgaan over atleten en sportjournalistiek?
Groot gelijk, en mooi geschreven.