Schaam jij je voor je stem?

Het is 25 december 1914, ergens in een modderig veld vlakbij Bergen in België. Een paar honderd meter van elkaar verwijderd staren de geallieerden vanuit hun loopgraaf naar de Duitsers, en andersom. Maar, was dat nou een zwaaiende hand? En staat daar nou daadwerkelijk iemand op? Niet schieten! De mannen lopen naar elkaar toe, geven elkaar een hand en wisselen tabak uit. Niemand is elkaars taal machtig, maar als iemand Auld Lang Syne begint te zingen doet al gauw iedereen mee. Engelsen, Pruissen, Schotten, Ieren, Württenbergers. Captain Edward Hulse schrijft: ‘It was absolutely astounding, and if I had seen it on a cinematograph film I should have sworn that it was faked!’
Waar komt het nog voor dat wij gezamenlijk zingen? De voetbalstadions en de kerk zijn de laatste bastions van het gemeenschappelijke lied. Er zijn weinig andere plaatsen te verzinnen waar samen zingen niet verbonden is aan het optreden van een artiest, maar puur draait om het gemeenschappelijke effect. Toen er nog geen opnameapparatuur bestond kwam het veel vaker voor dat mensen, thuis met het gezin of in de huiskamer met tapkraan op de hoek met vrienden, samen zongen. Van nieuwe songs waarvan iemand de bladmuziek op de kop had getikt, tot liederen die van generatie op generatie werden doorgegeven; de echte volksmuziek.
Toen de Baltische Staten in de jaren 80 streden voor onafhankelijkheid deden zij dit niet met traditionele wapens. Duizenden mensen kwamen samen op pleinen en zongen daar de liederen die de ziel van hun volk vertegenwoordigden. Iedereen kende de melodieën en woorden die gezongen werden tijdens het werken, spelen, het vieren en het lijden. Uiteindelijk leidde deze zingende revolutie tot de onafhankelijkheid van de Baltische staten. Zestig jaar na Captain Hulse had het gezamenlijk zingen nog niets aan kracht ingeboet.
Toch zal je als je tegenwoordig begint te zingen in de kroeg eerder kennis maken met de uitsmijter dan dat er mensen met je mee gaan zingen. Ook in huiselijke kring zullen je broers, zussen, kinderen en partner zich waarschijnlijk eerder de ogen uit hun hoofd schamen dan dat je samen een liedje van een toonladder maakt. Sinds we naar perfecte opnames van alle mogelijke liedjes kunnen luisteren zijn we ons gaan schamen voor onze eigen stem. Alleen met hele kleine kinderen, die daar toch niet op letten, durven we nog wel eens. En ook al hebben we nu geen oorlogen het hoofd te bieden, toch zien we in de voetbalstadions en in de kerk nog steeds de voordelen van het samen zingen.
Zingen schept een band die door stil zijn of spreken niet verkregen kan worden. Het is het samen uiting geven aan iets dat verder gaat dan alleen woorden, verder gaat dan onszelf. Zou het misschien kunnen dat we de sociale en politieke verbintenis in de maatschappij daarmee nieuw leven in kunnen blazen? Ik ga het vanavond in de kroeg eens proberen.