Super Mario

De zin van het leven … Dat was het thema van dit weekend. Dat klinkt misschien belachelijk, want is dat niet het thema van het hele leven? Maar goed, dit weekend had ik het er bijzonder vaak over met mijn gezelschap. Dat schijnt een dingetje te zijn als je bijna 30 bent (en ik ben nu 29). Ik zie het zo: er is geen zin van het leven. Of, voor de optimisten onder ons: de zin van het leven kun je zelf bepalen.
Enige tijd geleden was ik bij een filosofiefestival waar een van de sprekers, Lammert Kamphuis, benoemde dat wij, de ‘westerse wereld’, zo’n vreemde band hebben met de dood. Slechts een ding is zeker in het leven: je zult sterven. Vroeger of later zal het gebeuren. En toch zijn we altijd verbaasd als er iemand dood gaat. (En dat is een zeer vrije vertaling van zijn lezing.)
Dat deed me plots denken aan Super Mario, jawel. Ik heb het niet vaak gespeeld -wij hadden geen Nintendo ofzo- maar ik herinner ’t me nog enigszins. Ik dacht, dat is het: het leven is als een computerspelletje. Je speelt het wel, maar je weet dat je vroeger of later doodgaat. En heeft het spelen van computerspelletjes zin? Niet echt.
In het leven kom je verschillende obstakels tegen. In Super Mario waren dat, als ik het me goed herinner, champignonnetjes (Goomba’s). Je kon je lelijk bezeren als je daar tegenaan liep. Maar dat gebeurde je twee keer, en dan leerde je dat je erop of eroverheen moest springen. En als je dat op een gegeven moment heel goed kon, dan mocht je door naar het volgende level. Daarvoor moest je wel de geheime doorgang vinden. Maar je wist: die doorgang is er.
Eenmaal in het volgende level waren er meer verrekte champignonnetjes waar je overheen moest springen. Misschien waren er ook wel allerlei monsters -ik herinner het me niet zo heel goed. Leuk, nieuwe uitdagingen. En dat nieuwe level gaf ook nieuwe kleurtjes, een nieuwe vormgeving, nieuwe wereld, nieuwe karakters, enzovoorts.
Soms liep je behoorlijk lang in zo’n level rond, op zoek naar die verdomde geheime deur. Of je moest steeds opnieuw beginnen omdat je weer in de lava viel. Hoe dan ook. Je bleef zo lang mogelijk lekker doorrennen. En op een dag ging je dood. Omdat je tegen teveel champignonnetjes aan was gelopen. Of simpelweg omdat er geen nieuwe levels waren en je het hele gebeuren uit had gespeeld.
Dus als je dit weer terugkoppelt aan de vraag: ‘Wat is de zin van het leven?’ Tja, die is er in feite niet echt. Je moet het gewoon zo goed mogelijk doorkomen. Wat goed is, dat is dan weer relatief. Voor de een is dat zoveel mogelijk levels doorlopen. Voor een ander is dat lekker rondrennen in level 1 en niet doodgaan, voor weer een ander is het zoveel mogelijk punten scoren. Hoe dan ook: vergeet geen plezier te hebben tijdens het spelen, want op een dag is het Game Over. Maar goed, dat is mijn keukentafelfilosofie.
Maar wat als je het spel in 1x uitspeelt? Nooit gestorven!
Feit blijft dat het spelletje dan over is toch? Is mij nooit gelukt: wat gebeurt er dan?