Tasplastic (neutraal)
Pauls neutrale plastic boodschappentasje heeft er geen zin meer in. Het is vijf uur ’s nachts en hij zit bovenop Pauls borst. Pauls vriendin Puk is ook wakker geworden. Vandaag was hun eerste dag als samenwonend koppel, morgen zullen ze voor de eerste keer samen boodschappen doen. Daar hebben ze wel een boodschappentas voor nodig. En uitgerekend nu besluit Pauls boodschappentasje te protesteren.
Paul vraagt waarom hij er geen zin meer in heeft. Zijn boodschappentasje antwoordt dat na jaren van spullen dragen zijn plastic huid is versleten. Hij heeft pijn, de rek is eruit. Het is gewoon klaar. Punt. Wat wil hij dan, vraagt Paul. Vrijheid. Dat wil het boodschappentasje. Hij wil weg.
Paul wil hem geen pijn blijven doen. Aan de andere kant gebruikt hij hem al van kinds af aan. De eerste keer dat hij alleen boodschappen mocht doen was met dit boodschappentasje. Hij weet nog precies hoe dat ging: buiten regende het en hij rende zo snel als hij kon naar de supermarkt. Hij vergeet nooit meer hoe volwassen hij zich voelde terwijl hij de boodschappen in zijn boodschappentasje deed.
Als hij zijn boodschappentasje laat gaan moet hij een andere gebruiken. Of erger nog, loopt hij rond met zo’n grote blauwe tas. Inclusief opzichtig logo. Puk zou dat geen probleem vinden (zij vindt Pauls tasje charmant doch ook een tikje kinderachtig), hijzelf moet bij dat idee toch even slikken.
Puk fluistert dat ze heel goed begrijpt dat dit een pijnlijk afscheid is, maar het moest er een keer van komen. Toch? Paul zucht, rolt uit bed, loopt met zijn boodschappentasje naar beneden, en doet de voordeur open.
Buiten regent het. En het waait. Het boodschappentasje bedankt Paul voor alle jaren en laat zich meevoeren door de wind. Paul blijft in de deuropening staan tot zijn boodschappentasje helemaal is weggewaaid. Dan doet hij de deur weer dicht en keert terug naar bed. Puk geeft hem een zoen en fluistert dat ze trots op hem is.