Tast zin

Ruwe bakstenen gonzen in zonlicht.
Structuurverf, grof, krijst als een stervende dolfijn.
Ik raak geobsedeerd door de gladheid van de centrale C
die als een Bes klinkt, maar wat aan de lage kant misschien.
Stof plakt aan vingertop, wet van Weber, tong likt verleden,
biefstuk té doorbakken, razen van de afzuigkap.
De ondervloer veert mee als ik het kliklaminaat
herhaaldelijk kopstoten geef.
Ik wil een hartslag tegen mijn huid voelen.
Op het voorhoofd is die het dunst.