Tijd doden

De trein van Rotterdam naar Amsterdam heeft een half uur vertraging. Ik ga op een leeg bankje zitten en pak mijn krant voor Jan Meulendijk’s kruiswoordpuzzel. Op de bodem van mijn tas vind ik een pen. Nummer 23 horizontaal, dik mens, zes letters. ‘papzak’ vul ik in, kan niet missen.
Over het perron lopen drie luidruchtige Marokkanen mijn kant uit. Ik kan het niet helpen een geïrriteerde zucht te slaan. De jongens zetelen zich op het te kleine bankje. Links van mij één, en rechts twee. ,,Zullen we van plek wisselen, dan kun je naast je vrienden zitten?” Stel ik voor. ,,Het zijn mijn vrienden niet,” zegt de jongen van een jaar of twintig lachend. De andere twee grinniken mee. Hij maakt geen aanstalten om op te staan, dus ik buig me maar weer over mijn hersenkraker.
,,Waarom doe je dat? Voel je je dan slimmer?” Vraagt hij terwijl hij over mijn schouder meeleest. Ik weet zelf niet waarom ik graag kruiswoordpuzzels maak en denk over het antwoord na. ,,Nummer 1 horizontaal, beroep, 10 letters. Hm … ik weet het niet,” zegt de Marokkaan met felle intonatie. Zijn z houdt hij net wat te lang aan en de medeklinkers klinken fel. Ik leg de jongen uit dat het niet zoveel zin heeft om met dat woord te beginnen. Er zijn zoveel verschillende beroepen, dat ik eerst andere letters in moet vullen voordat ik die kan raden. ,,Wajooo, je bent echt slim. Zie je hoe slim zij is, wajooo, jij studeert zeker?” Ik reageer niet op zijn uitroep – dat ik mijn studies vijf jaar geleden al af heb gerond. Ik denk bovendien nog steeds na over de oorzaak van mijn puzzeldrang.
,,Ik puzzel niet om me slimmer te voelen. Ik puzzel om de tijd te doden,” leg ik uit. ,,Haat je de tijd ofzo, dat-ie dood moet?” Opnieuw slaak ik een zucht. De Nederlandse gezegden zijn maar vreemd, dat is zo. ,,Door bezig te zijn gaat de tijd sneller,” vervolg ik mijn zin. ,,Heb je tijd over dan?” is zijn reactie. ,,Meeste Nederlandse meisjes hebben tijd tekort. Altijd stress, altijd drukdruk.”
Ik weet niet meer of ik in de maling genomen wordt of dat deze jongen de uitdrukkingen écht niet begrijpt. Ik heb geen zin meer in dit gesprek en kijk verveeld op de klok. Nog drie minuten wachten.
Nummer 4, verticaal, land in Afrika, acht letters. ‘Marrokko’ vul ik in. De trein rijdt het station binnen. Ik berg de krant op in mijn tas en sla de rugzak over mijn schouder. ,,Marokko is met één r,” zegt de jongen. ,,Botswana, Djibouti, Ethiopië, Kameroen, Tanzania, Zanzibar en Zimbabwe zijn wel Afrikaanse landen met acht letters.” De drie Marokkanen lopen hard lachend weg. ,,Nederlanders, ze denken dat ze slim zijn. Maar ze zijn dom, weetje!”
Van Rotterdam naar Amsterdam via Weert :)