Mijn brein met medicijn doet minder pijn.

Dag 1. De huisarts.
‘Je hebt gewoon een druk leven, een drukke job, het huishouden, twee kinderen. Ik schrijf je twee weken thuis voor en een pilletje tegen het piekeren.’ Ik ben op dat moment te moe om er tegenin te gaan, om mijn voorgeschiedenis uit te leggen, ik ben te moe om ook maar iéts te beseffen. Duizend alarmbellen vertellen me dat ik niet ‘gewoon even oververmoeid’ ben, maar hé, ik wil ook zo snel mogelijk weer aan het werk.
Dag 15. De psychiater.
Een maand extra thuis is zijn verdict. In mijn ene hand ligt de opdracht vooral rust te vinden, in mijn andere hand een voorschrift voor een antidepressivum. Ik kende het van de vorige reeks consultaties bij deze dokter een achttal jaren geleden. ‘Het heeft toen ook goed gewerkt.’ Ik weet dat niet zo goed, maar ik weet ook niet wat ik wel goed weet, dus het is het proberen waard. Ondertussen consulteer ik de eerste keer een psychologe, want wat ik wél weet: pillen alleen, dat marcheert niet.
Dag 116.
Ik word opgenomen op de psychiatrische afdeling van een algemeen ziekenhuis. Rust heb ik tot dan nog niet gevonden, integendeel. Er ligt een enorme berg schuldgevoelens op mijn lijf, de werkklok tikt vreselijk luid, ik geloof alles onder controle te hebben en laat mezelf niet toe ziek te zijn. Ik ga wekelijks langs bij de psychologe, tweewekelijks bij de psychiater en vierwekelijks bij de apotheek. Qua medicatie gebruik ik twee sleutels, mijn breinslotjes zouden nu toch wel al wat open moeten staan. Een wielklem houdt de vuilniswagen tegen, dus dat zou ook opgelost moeten zijn. Aangezien je dat echter niet kan zien, blijft het proberen. Ik vertrouw op mijn dokter, ik wil gewoon weer ‘leven’ dus ik ga akkoord. In opname wordt mijn medicatieschema verder aangepast.
Dag 321.
Het is zomer en ik zweet. Ik ben normaal niet van het zweetachtige type, maar ik herhaal: ik zweet. Liters! Dit is één van de bijwerkingen van de vele medicatie die ik ondertussen neem. Zo veel ik zweet, zo weinig vocht bevat mijn mond. Ik heb voortdurend het gevoel dat ik mijn tong gebruikt heb als schuurmachine. Liters water passeren nochtans, maar het blijft een vreselijk gevoel. Ik klaag niet, want als de medicatie helpt, dan heb ik daar heel veel voor over.
Dag 413.
Mijn partner vertelt me dat ik enorm spastisch slaap. Pas later hebben we door dat ook dit aan de medicatie ligt. Ondertussen neem ik een antidepressivum op een antidepressivum op een stemmingsstabilisator en o ja, een anti-psychoticum. Alles om beter te worden.
Ik durf de dagen niet meer te tellen. Als iemand me vraagt hoeveel medicatie ik neem, durf ik mijn pilletjes ook niet meer te tellen. Ik weet wel dat het een kleurenpalet à la Picasso is. Je moet een administratief deskundige zijn om iedere dag de juiste dosis op het juiste moment in te nemen.
Het is proberen. De combinatie therapie met medicatie, het is proberen. Ik heb het vaak niet door, maar mijn omgeving kan het beste aangeven wat bij mij werkt. Op dit moment heb ik al heel wat kunnen afbouwen en heb ik al maandenlang een vast medicatieschema. Mijn dokter en ik – mijn derde psychiater ondertussen – spreken er veel over, houden alles goed in de gaten. Ik heb het aanvaard, ook al zou het goed kunnen zijn dat ik er nog lang niet vanaf ben. Misschien hoort het gewoon bij mij. Net zoals er mensen zijn die niet zonder rolstoel kunnen of iemand die voor de rest van zijn leven bloedverdunners moet innemen.
Wil je meer weten over hoe breinslotjes en wielklemmen in je brein werken? Lees hier het item van Marthe.
Namens de auteur van het andere stuk nog even een bericht:
Aangrijpend dit verhaal.
Hoe interessant en complex het mechanisme van al die medicijnen ook is, het blijft proberen en experimenteren inderdaad. Het is nog geen redding. Was er maar een redding.
En al die scheikunde is vaak nog geen oplossing voor mensen die elke dag lijden onder hun stemming, angst of verwardheid. Helaas.
Walgelijk, opheffen al die toti-segmenterende teringmeuk en incompetente maxi-kapitalistische pillenduwers. Gaslighting van lichamelijke en geestelijke gezondheid is het.