Uitje naar uitvaart
Er zijn goedbedoelende mensen die vinden dat ik er meer op uit moet. Me meer onder de mensen moet begeven. Ik besluit hun advies op te volgen en ga naar een uitvaart.
Zou ik een reclameman zijn, dan zou ik liegen dat in Almere veel plekken uitblinken in culturele beschaafdheid en fijnzinnigheid, maar het Crematorium annex Begraafplaats Kruidenwijk een hartverwarmend hoogtepunt is.
Vlak voordat de afscheidsplechtigheid begint, arriveer ik. Meelevend schud ik in de wachtruimte wat bekenden de hand want ik ken er natuurlijk mensen, op de eerste plaats de overledene zelf. Ik ga toch niet naar de uitvaart van een onbekende? Dan kunnen we naar binnen. De kist staat voorin de aula. Bloemen er op. Er is zichtbaar geprobeerd de aula niet te veel te laten lijken op een collegezaal uit het Oostblok van de jaren zestig. De stoelen zitten hier veel beter en er wordt Nederlands gesproken.
Ik moet mijn bekrompenheid en ongeduld onderdrukken als er tussen toespraken door een paar liedjes gedraaid worden. Dan besef ik dat ik die muziek moet zien als een uiting van de persoon wiens omgekeerde feestje het is. Ik beschouw hetgeen te beluisteren is echter als een muziekje dat je hoort als je telefonisch in de wacht staat. Het moet opschieten wat mij betreft. Voor die gedachte schaam ik me ietwat. Ik vraag me af of muziek bij een uitvaart een overblijfsel is van religieuze uitvaarten toen er in de kerk psalmen werden gezongen. Al dan niet met een orgel bij. Vroeger, eeuwen terug, was muziek natuurlijk iets bijzonders en bood alleen de kerk voor gewone mensen de kans om een deuntje te horen. Destijds hadden alleen de rijken een cd-speler.
De overledene was bijna tachtig, al tijden ziek en had er de laatste jaren niet veel zin meer in. Dus de dode zelf zal waarschijnlijk niet erg treuren om zijn overlijden, hoewel het uiteraard wel verdrietig is dat hij er niet meer is. Een mevrouw van rond de zeventig houdt een toespraak. Bij menig toespraak bij dergelijke gebeurtenissen lijkt het wel of er een heilige overleden is. Dat is nu niet het geval; de vrouw is eerlijk op een niet-kwetsende manier. Ze vertelt dat de overledene graag een vrouw had gehad, alleen die nooit had gevonden, omdat hij wellicht te hoge eisen stelde. En hij, wie weet, de drank aangenamer gezelschap vond… De vrouw heeft een leren knierok aan. Het verbaast me dat ik de enige in pak ben. Weliswaar draag ik altijd een pak, evengoed vind ik het vreemd dat een begrafenis of crematie tegenwoordig kennelijk een vrijetijdsgebeurtenis is.
De zaal zit niet vol. Ik ben benieuwd hoeveel mensen er bij mijn uitvaart zullen komen. Ik vermoed niemand. Niet vanwege ongeliefdheid maar omdat ik 103 ga worden en iedereen die ik ken dan al dood is. Ik zal dus niemand verdrietig achterlaten. Dat stelt mij gerust.
Een verslag van stedentrips in Nederland. Soms gaat het over de stad in kwestie.