Underdoggystyle
Ik weet niets over voetbal. Alleen dat het geen bal met ballen te maken heeft. Wel met gereguleerd oorlogje voeren voor je eigen ‘stam’. Ofwel die groep waar je toevallig wel of niet bij wil horen. Liefst zo lokaal en verkaveld mogelijk gaan verdedigen wat binnen beheersbaar terrein ligt. We klampen ons graag vast aan grenzen want de wereld is natuurlijk voor ons allen te groot. Laat staan alles wat buiten de grenzen van de planeet ligt. Niet aan denken. Inzoomen en in vierkante meters en kilometers blijven rekenen. Existentiële angsten en die parelende zweetdruppels op je voorhoofd wegvegen.
Terug naar controle middels voetbal. In een WK is je stam meteen je hele land. Dat vraagt al een behoorlijk sterk groepsgevoel. Je zou denken dat een land in zakformaat zoals België dan juist over meer samenhorigheid beschikt. Toch ligt dat een beetje gevoelig. Hier heerst ondanks de geringe oppervlakte geen ‘wij’-gevoel. Of dat alleen komt door de moeilijke politieke dialoog tussen de verschillende landsdelen is zeer de vraag. Het heeft misschien meer te maken met de aard van het Belgische beestje. Volgens een artikel dat ik laatst las, zijn wij een hond. Een underdog. Eentje die het dus moeilijk vindt om zich een sterke identiteit aan te meten en zonder schroom te blaffen. Het is voor de gemiddelde Belg, als die al bestaat, nogal gek om met zwart-geel-rood te staan zwaaien. Een beetje nep overtuigd zo van: ‘Haha (zenuwlachje), ja we moeten ons (maar wie zijn wij?) land toch (twijfelwoord) verdedigen, hé (weer een twijfelwoord)? (eeuwig vraagteken) Belgiejeeeuh! (euh!)’. Niks stoutmoedig, en op volume ik-hoor-je-niet.
Dan zal je net ook een Koningspaar hebben dat die status volledig bestendigt. Een Filip die wat knullig mee op een groepsselfie met de Belgische spelers poseert. Een Mathilde die Lukaku en Origi door elkaar haalt en zich daarna verontschuldigt met ‘Ik heb het Panini album* van mijn kinderen niet goed bestudeerd’. Daar kwam nog net geen giechelende ‘oeps’ na … Kom op zeg, no balls, no glory!
Maar voor die balls valt plots wel wat te zeggen. In de vorm van het voetbal lijkt België nogal heftig aan een nieuwe fierheid te winnen. Een ‘renaissance van balls’, zo je wil. Na twaalf jaar zielig aan de zijlijn staan, komen de Rode Duivels als nationaal symbool het veld toch opeisen. Ze doen het voorlopig niet met veel verve, maar het is genoeg om het land op zijn kop te krijgen. Ik ging laatst in openlucht met wat vrienden de wedstrijd België-Rusland volgen. Al bij al erg saai en laat ons wel wezen, ook nog máár een wedstrijd in de voorrondes. En toen kwam die ene verlossende goal daar. Nipt voor het einde. Het werd een ontlading van jewelste. Mensen gingen dansen, roepen, uren met toeterende wagens rijden, op beelden kruipen. Overal zwart-geel-rood. Buiten proportie. Net een soort vroegtijdige zaadlozing na veel te lange onthouding. Dat krijg je van underdoggystyle.
*Verzamelalbum met stickers. In dit geval van WK-spelers.