Vrijheid blijheid

Er wordt wel eens gezegd dat we in Nederland leven in een vrije samenleving. Valt veel voor te zeggen. Zeker als je die van ons vergelijkt met bijvoorbeeld die van Noord-Korea, Iran of Nigeria.
Maar laten we even doen alsof we een marsmannetje zijn. We pakken onze pincet en plukken Nederland van de aarde om er wat beter naar te kunnen kijken.
Het marsmannetje kijkt en constateert binnen zo’n 50 blurpquack (omgerekend 4 aardse secondes) een drietal dingetjes:
1) Bijna alle Nederlanders dragen een broek waarvan de kleur niet fel is.
2) Nederlanders drinken wel vaak uit een flesje van 0,5 liter, maar zelden uit een fles van 1,5 liter.
3) Niemand rent de straat over en al helemaal niet zingend.
Het marsmannetje weet niet of hij nu geschokt is, in lachen moet uitbarsten of juist plaatsvervangende schaamte heeft. Een ding is in elk geval duidelijk. Op Mars doen ze deze dingen alledrie precies andersom. Die Nederlanders toch! Knettergek.
(Uit een sociologisch oogpunt is het bijna blasfemie om deze theorieën naast elkaar te gebruiken, maar) Parsons, Foucault en Garfinkel hebben alledrie mooi beschreven dat over de samenleving een enorm web van regels is gespannen. Regels die zo vanzelfsprekend zijn dat we erover zwijgen. Zelfs, en dat is zo knap, het overbrengen van deze regels gaat zo goed als onzichtbaar. Er is zelden een vingertik-moment nodig. Een moment dat iemand tegen je zegt: ‘drinken uit een fles van 1,5 liter is ongepast.’ En toch weten we dat het niet kan. Waarom het niet kan? Geen idee. En wat gebeurt er als je wel een neon-kleurige broek aan hebt? Dan word je geminacht, is je geloofwaardigheid naar de gallemiezen of hoor je er zelfs niet meer bij. Niet dat dit met woorden wordt bezegeld, maar daar zal het wel op uitdraaien.
Aan een blik van een ander hebben we genoeg om een regel te herkennen, te definiëren en voortaan schaamte aan te wakkeren ter zelfcontrole. De media vormen een sterke aanvulling in deze kennisoverdracht. Makkelijke oefening om erin te komen: kijk voor een keertje naar een make-over show. Probeer daaruit zoveel mogelijk verborgen subdefinities van normaal gedrag eruit te destilleren. Het ernstige is trouwens dat je daar hooguit 1% uit kan trekken. Het zijn immers juist de vanzelfsprekendheden waar we zo goed als blind voor zijn. Maar die vanzelfsprekendheden zijn niets meer dan arbitraire, rare, culturele uitingen die door de eeuwen heen langzaam zijn ingebed in onze tweede natuur, in ons instinct als sociaal mens.
Op deze manier zitten we van binnen vol met miljoenen regels over wat wel en niet kan. En dat komt ontzettend precies. Het is eigenlijk alsof we in ons sociaal gedrag koorddansen met een blinddoek voor onze ogen. En toch, bijna iedereen is een expert.
Ik wil niet zeggen dat het slecht is dat deze gedragsregels er zijn. Maar zolang anderen niet worden geschaad, vind ik het isoleren van andersgedragenden ernstig en iets dat we moeten zien als een uitdaging voor onszelf. Laten we onszelf niet langer bevriezen. Laten we proberen los te komen, of in elk geval de reflectie te hebben dat wat we normaal vinden voor een groot deel net zo goed anders had gekund.
Dus: Draag neonkleurige broeken! Drink in de trein rechtstreeks uit een koeiengrote fles frisdrank! En ren – als er geen kleine kinderen zijn – nakend ende krijsend de straat over! Van mij mag je. En mocht ik er moeite mee hebben, krijs dan een codewoord. Ik vind blurpquack wel een goeie.
In deze themamaand over vrijheid laten de verschillende experts van Kaf hun licht schijnen over dit bijzondere fenomeen. Wanneer zijn we vrij, of juist niet? Welke vormen kan vrijheid aannemen, en wat is vrijheid in jouw vakgebied?