Weltevreden

Wij leven in de meest vreedzame eeuw ooit, maar toch lijkt het alsof de wereld in brand staat. Oekraïne, Gaza, Syrië, CAR, Venezuela, Nigeria, Iraq, Egypte, de lijst van conflictgebieden is schier eindeloos. Als klap op de vuurpijl keren de Russen misschien wel weer terug als de schurken in James Bond, nu de Koude Oorlog opnieuw lijkt te beginnen. Dat zou dan trouwens het enige zijn wat mij direct aangaat, hier in mijn luchtkasteel in Nederland.
Luchtkasteel, dat predicaat geeft Stefan Zweig de Oostenrijkse samenleving van rond de eeuwwisseling. Een rijke, ingeslapen gemeenschap waar alles draait om zekerheid. Als het zou kunnen verzekerde je je eigen verzekeringen. Het is overduidelijk waarom Zweig dit een luchtkasteel noemt, daar hij zijn fenomenale autobiografie “De Wereld van Gisteren, herinneringen van een Europeaan” in 1941 schrijft. Twee wereldoorlogen, een financiële crisis en een rassenvervolging later is niet alleen zijn droom van een verenigd Europa, maar ook zijn eigen leven dusdanig aangetast dat hij als banneling zelfmoord pleegt in Brazilië.
Zweigs beschrijving van Oostenrijk aan het begin van de 20ste eeuw deed mij akelig denken aan de Nederlandse samenleving in dit tweede decennium van de 21ste eeuw. De wereld brandt elders, maar niet eens de rook ervan bereikt onze gevoelige neusgaten. Goed, even waaide er een felle wind uit het Oosten die zelfs diep in het Avondland smeulende resten achterliet. Een nationale ramp, maar het luchtkasteel bleef intact. En het blijft niet beperkt tot Europa. Een Islamitische strijder onthoofdt een Amerikaanse journalist, maar prikt hij daarmee het Star-Spangled Castle lek? Daar lijkt het niet op. Toch begint ook dat gigantische kasteel gevaarlijk poreus te worden, nu de armoede als een kanker door het land woedt. 1 op de 6 Amerikanen heeft minstens 1 keer per jaar niet genoeg te eten. In Nederland zijn die cijfers lang niet zo dramatisch, maar ook hier kende de voedselbank de afgelopen jaren een zorgwekkende opleving. Rassenhaat laait wereldwijd op, van Ferguson tot Harare, waarbij Nigger en Mukiwa halverwege de Atlantische Oceaan van rol wisselen. Er wordt gevreesd en er wordt gevochten, voor land en bezittingen maar bovenal voor identiteit. Maar ondanks dat alles, nee, door dat alles wordt er geleefd.
“Love is the way that life forgets that it is terminal. Love is life’s alibi in the face of death.” Peter Godwin schrijft deze memorabele woorden in zijn beschrijving van de neergang van Zimbabwe, eens de Parel van Afrika maar inmiddels eerder de Black Pearl. Het is een wrede parabel dat juist de ontberingen van Godwin en Zweig het beste in hen en hun medemens naar boven halen, terwijl in ons krampachtig evenwichtige luchtkasteel de tolerantie zover doorslaat dat zij zelf op een vernietiging van identiteit begint te lijken. Het zachte wiegen in de wind heeft ons in slaap doen sukkelen. Over alle brandhaarden hebben wij een oordeel, maar onze blik is zo gewend om ver naar beneden te kijken dat zij niet meer naar binnen kan kijken. Wij weten precies wat we níet zijn, maar wat dan wel? “Schaduw en Dreiging over Europa.” De bijna profetische woorden van Zweig zouden voor ons allemaal een aansporing moeten zijn tot het vinden van een antwoord op die vraag.
Welaan, laat ik eens reageren; ik destilleer drie punten in je stuk: oorlogsdreiging, armoede en de zoektocht naar identiteit. Betreft het eerste punt; de naïviteit laten we steeds meer achter ons door meer geld aan defensie te besteden. Meer en meer zijn Nederlanders betrokken bij de brandhaarden; de staat houdt zich liefst afzijdig, wegens fouten die in het verleden gemaakt zijn; maar meer en meer dienen we partij te kiezen. En deze brandhaarden draaien allemaal om één ding: identiteit. Mensen staan elkaar naar het leven vanwege afkomst, religie en langlopende vetes. Laat ons gelukkig prijzen dat wij ons kunnen afvragen wat onze identiteit is. Doch, als de brandhaard naar hier overslaat, dan denk ik dat die identiteitscrisis op slag verdwenen is. Over het tweede punt, armoede in Nederland, ben ik vrij cynisch. Mensen die naar de voedselbank gaan zijn vaak wel heel selectief wat ze willen eten (als alleen witbrood, zie artikelen in NRC-next over Spoorwijk) en ondertussen kopen ze soms wel het duurste speelgoed voor hun kinderen, roken ze ook vaak en hebben vaak ook een auto of dure huisdieren. Echt creatief moeten zijn, zoals dat bij serieuze armoede het geval is, is hier vaak niet bij.
Rassenhaat, op de manier zoals dat in de 19e, begin 20e eeuw gangbaar was, is nu niet aan de orde. Toen was het heel bewust, nu zijn het louter vooroordelen die we uit moeten zien te bannen. Maar het zijn spannende tijden, waarin we misschien worden gedwongen af te dalen van ons heerlijk kasteeltje…