Wetenschappelijke hypocrisie
Misschien is het een beroepsdeformatie, maar ik heb de wetenschappelijke methode altijd een intuïtieve manier gevonden om naar de wereld te kijken. Eerst bedenk je hoe iets zou kunnen werken, vervolgens test je een aantal keer of dit zo is, en tenslotte trek je conclusies uit de resultaten van je tests. En ik denk dat ik niet de enige ben die dit intuïtief vindt: volgens mij vinden wij dit stiekem allemaal. Want is deze methode niet precies hetzelfde als de manier waarop we de wereld om ons heen verkennen? Wanneer elke keer het licht aangaat als je het lichtknopje induwt, zal je concluderen dat je met het knopje het licht aan kan doen. Als je met de bus consequent eerder op je werk bent dan met de fiets, zal je zeggen dat de bus sneller is. En ga zo maar door.
Niet geheel toevallig hebben onze manier van de wereld verkennen en de wetenschappelijke methode dan ook iets gemeenschappelijk. Om met Richard Dawkins te spreken: it works, bitches. Inderdaad. De telefoon in je hand, de auto waar je in rijdt, de medicijnen die je inneemt: allemaal producten van de wetenschappelijke methode, en allemaal werken ze. Net zoals het lichtknopje.
Het verbaast me dan ook hoeveel mensen het leeuwendeel van de uitkomsten en producten van de wetenschappelijke methode omarmen, maar zodra er een uitkomst is die van hen verlangt om hun beeld van de wereld wat aan te passen, deze uitkomst ogenblikkelijk verwerpen en de methode (die hetzelfde is als voorheen) bekritiseren.
Concrete voorbeelden maken pijnlijk duidelijk hoe absurd en hypocriet deze manier van denken is. Zo zijn er mensen die dagelijks gebruik maken van hun fijne buienradar-app om te zorgen dat ze niet nat worden, maar tegelijkertijd klimaatverandering ontkennen. Terwijl de informatie van de aankomende regenbui uit precies hetzelfde soort model komt als de klimaatmodellen waarmee klimaatverandering wordt voorspeld. Nog wranger: mensen die door middel van een CT-scan met een vroege diagnose van kanker gered worden, om vervolgens bij het naar buiten lopen van het ziekenhuis uit te kramen dat de aarde maar een paar duizend jaar oud is. Opportunistische hypocrisie, gezien dat een CT-scan gebruik maakt van radioactiviteit: een atoomkern verandert van samenstelling waarbij straling vrijkomt die we gebruiken om de scan te maken. En dit is exact hetzelfde gegeven dat gebruikt wordt bij radiometrische datering, het dateren van de aarde: wanneer ditzelfde proces in de atoomkern namelijk op natuurlijke wijze gebeurt (radioactief verval), geeft de hoeveelheid vervallen kernen aan hoe lang dit proces al bezig is, met andere woorden, hoe oud bijvoorbeeld een stuk rots, en daarmee dus ook de aarde, is.
De lijst met voorbeelden is schier eindeloos. Het is alsof je aan het einde van de loopband in een autofabriek staat die één type auto maakt, en bij elke identieke auto die van de band rolt zegt ‘ah dat is een auto’, totdat dezelfde auto in het paars langskomt en zegt: ‘Hè nee, dat is geen auto. Lelijk paars, dat kan niet kloppen. Ik geloof niet dat er paarse auto’s bestaan.’ Dit selectief wegwuiven van een uitkomst (een paarse auto in dit geval) van een methode waar je de overige producten wel van accepteert en gebruikt omdat het je uitkomt, is buitengewoon dom en hypocriet. Maar erger nog: je vertraagt de ontwikkeling voor de rest van ons met je opportunistisch geneuzel. En dat is eeuwig zonde.