Zinneprikkels
In het linker beeldscherm vormt het lege A4 mijn horizon, in het rechter zie ik mijn digitale tweeling geflankeerd door de witte muren van de werkkamer. Corporate me masseert met z’n vingertoppen zijn slapen. Hij geeuwt en knippert met zijn oogleden. Zij bril glijdt langzaam naar het puntje van zijn neus. Het oog van de camera registreert elk spierbeweging in mijn gezicht, maar is blind voor de bananendozen die zeven hoog staan opgetast en de toegang tot de boekenkast blokkeren. Corporate me zit in de virtuele wachtkamer klaar voor zijn volgende Teamsmeeting.
Hij en ik. We wachten en staren naar de ander. Wie van ons is echt? Wie bestaat uit vlees en bloed en wie uit nullen en enen? Zit ik in de matrix, of hij? Of zitten wij in onze eigen matrix door het scherm te kijken naar de matrix van de ander? De tijd tikt voorbij. We verbreken het stilzwijgende oogcontact. Ik zet m’n gedachten opzij, wend m’n hoofd en laat mijn ogen langs de bananendozen glijden. Mijn pupillen piepen door het geopende raam naar buiten. Het volgende moment sta ik op de stoep naast het grasveld. Ik adem diep in. Lentelucht vult mijn longen en een liveconcert van vogels galmt in m’n oren. De mezen hebben de kou uit hun vleugels geslagen en vol bravoure zingen ze: kijk mij! Hoor mij! Hier ben ik! De zon doet mijn wangen gloeien en door de glazen van m’n zonnebril kleurt de wereld warm en oranjebruin. De rijen klinkers veranderen in zoete stroop waarin de wielen van de snelle wagens – waarmee drugsdealers hun waren aan de man brengen – vastlopen. Ik zet m’n voeten in beweging en laat mijn geest de vrije loop. Tussen m’n oren springt m’n favoriete afspeellijst aan. M’n vingers knippen op de maat en mijn hoofd knikt goedkeurend. Yeah, ik voel de lente in m’n lijf!
Tijdens mijn wandeltocht struin ik langs buswachters wier vingers met de elastieken van mondkapjes spelen. Langs dobberduckies en drijfsijzen in de sloot. De snaters plukken met hun snavels de lelijke veren uit hun verendek om indruk te maken en kwaken: kijk mij! Hoor mij! Hier ben ik! Ik passeer gepantoffelde rollatortijgers in panterprintjes. Ze heffen een kromme vinger naar de blauwe hemel. Zie je wel, denken ze, we zijn er nog, al rollen we moeizaam over de drempels tussen hemel en aarde. En ze lachen, ze proesten Van Nelle uit hun luchtpijp. Kijk mij! Hoor mij! Hier ben ik! Ik struin verder, langs zorgmedewerkers met opgeknoopte witte mouwen. Ze grinniken en tonen elkaar de plekjes waar ze zijn geprikt. Ik flaneer langs de hangjeugd op het pleintje. De rauwe klanken uit hun mobiele blauwe-tanden-toeters spugen vreugdevuren in alle kleuren. Kijk ze dansen op de bitterzoete tonen van het straatprakticum. Hoor ze spitten over liefde, geluk, het leven blijven proberen. Kijk mij! Hoor mij! Hier ben ik! Op het ritme van hun teksten lijkt het tij inderdaad te keren. Mijn oren, mijn ogen, mijn lichaam en geest zuigen de zinneprikkels van het voorjaar op. Kijk en aanschouw hoe het verliefde stelletje op de hoek van de straat het voorjaar omarmt! Kijk en zie: iedereen heeft lang haar. Luister en hoor: het is Woodstock in mijn matrix.
Geruis en gekraak uit mijn laptop verbreekt de betovering en ik richt mijn ogen op het rechter beeldscherm. Een seconde later verschijnt er een stilleven, maar geen hoofd. ‘Ik zie je niet,’ zeg ik. ‘Je camera staat uit.’ Een paar seconden later maakt het stilleven plaats voor een hoofd. De virtuele mond hapert en zegt iets onverstaanbaars. ‘Sorry, ik hoor je niet,’ zeg ik. Buiten gieren de banden van de Golfjes en een skateboard klettert over de stoep. Een motorrijder trekt zijn gashendel open. Twee ouderen rochelen als diesel door een roetfilter, hun verzorgers ventileren gemondkapt ongenoegen over de aanstaande verkiezingen. ‘Wacht even,’ zeg ik. Ik schuif m’n bureaustoel naar achteren, sta op en loop langs de bananendozen naar het geopende raam. Ik kieper ‘m dicht en draai het handvat honderdtachtig graden. Weg Woodstock. Weg voorjaar. Hallo Teams. Ik verdrijf de zon en de zinneprikkels uit m’n geest.
‘Hallo? Hallo? Eric, hoor en zie je mij nu wel?,’ roept de stem uit de matrix geprikkeld.