De pseudoscepticus op de bres
U heeft het waarschijnlijk niet in de gaten, maar er is een heuse revolutie gaande. Daar waar wij als gehersenspoelde massa al lang niet meer zelfstandig nadenken, is er een groeiende groep mensen die tegen de stroming in zwemt. Het zijn de nieuwe intellectuele revolutionairen – dappere lieden die zich onafhankelijk opstellen tegenover wetenschap en journalistiek: de pseudosceptici.
De pseudoscepticus durft los te komen van de massa, doet zelf naarstig onderzoek op internet en kijkt neer op mensen die wél in de standaardlezing geloven alsof het om een kudde schapen gaat. Het zijn de internetmusketiers van onze tijd.
YouTube-experts en Googlespecialisten
Neem bijvoorbeeld Jeroen van Koningsbrugge in een recent interview met De Volkskrant. Na het zien van enkele filmpjes op YouTube concludeerde de komiek dat de twee torens van het World Trade Center niet door twee volgetankte vliegtuigen ten val zijn gebracht, maar door de Amerikaanse overheid zelf. Hij zag namelijk kleine ontploffinkjes uit de ramen komen toen de torens vielen, waarschijnlijk veroorzaakt door explosieven die door geheimzinnige mannen in witte pakken moeten zijn aangebracht. “Ja, dan weet ik zeker dat het niet zomaar gebeurd kan zijn. Alles moest vernietigd worden. Want we moesten allemaal denken dat die vreselijke terroristen het hadden gedaan.”, aldus van Koningsbrugge. Ga daar maar eens tegenin.
Het oprukken van het mazelenvirus in Nederland moet als een belangrijke strategische overwinning voelen voor de pseudosceptische anti-vaccinatiebeweging. De YouTube-experts weten ons te vertellen dat de ernst van mazelen zwaar wordt overdreven, dat vitamine A voldoende is om mazelen te bestrijden en dat de chemische cocktail die in onze onschuldige kindertjes wordt geïnjecteerd wel eens tot autisme zou kunnen leiden. Zonder deze geniale Googlespecialisten zou ik klakkeloos de artsen en wetenschappers hebben moeten geloven. Stel je voor.
Sceptisch over scepsis
Maar het leven van deze hedendaagse helden gaat niet altijd over rozen. Of je er nu van overtuigd bent dat de farmaceutische industrie liegt over de gevaren van vaccins, of dat klimaatverandering een samenzwering is van wetenschappers: je loopt tegen vervelende mensen aan die je intellectuele onafhankelijkheid maar nauwelijks op waarde schatten. De een noemt je een complotdenker, de ander staat je gewoon in je gezicht uit te lachen.
Je zou bijna gaan denken dat échte scepsis meer behelst. Zoals academicus Steven Novella uitlegt, proportioneert een echte scepticus de overtuiging van een claim aan de hoeveelheid bewijs die er voor bestaat. Is een claim nogal sterk? Dan is er een flinke zak met bewijslast voor nodig om hem te geloven. Is de hoeveelheid bewijs voor de claim maar magertjes, dan stel je je neutraal op: je gelooft niet dat ie waar is, maar beweert niet dat zeker te weten. Een scepticus is vooral sceptisch over zichzelf.
De pseudoscepticus is sneller verzadigd. Met de conclusie al in de binnenzak wordt met een selectief kritische blik naar de wereld gekeken. De nadruk ligt vooral op het in diskrediet brengen van ongemakkelijke wetenschappelijke bevindingen, en niet op het doen van onbevooroordeeld onderzoek.
Feitelijk is er maar één ding wat de pseudoscepticus nodig heeft. Meer scepsis. Ze zullen hun geluk niet op kunnen.
“Een scepticus is vooral sceptisch over zichzelf.
De pseudoscepticus is sneller verzadigd. Met de conclusie al in de binnenzak wordt met een selectief kritische blik naar de wereld gekeken.”
Spot on.