GUL
ik zoek lucifers als slaapverdrijvers
sta geeuwend – half – paraat
wie trekt de dekens van me af
dwingt me in de houdgreep van de dag
ik wil liever woorden strooien
op boterhammen van forenzen
ik wil niet begrenzen, zweef traag
en glorieus tussen de mensen
ik trakteer op verse bakjes troost
gevuld met zoethouderzinnen
ik jongleer, pareer
wie snakt naar meer
in kille kamers worden gordijnen
nog strakker dichtgetrokken
morgen kom ik terug