Ontrukt
| Er stonden eens drie bomen op een rij Helemaal in hun nopjes, zij aan zij De eerste een beetje timide De tweede een sfinx De derde een dwergje, zeer lucide Die zag dan ook dat hij en zijn kompanen Gekleineerd door mensen Hun waarde verloren Die lui zouden hen de grond in boren Drie vrienden voor het leven Allen van verschillende komaf Verlegen, statig en intelligent Uit hun vertrouwde habitat geplukt Om te sieren en te dienen In elkaars oor fluisterend We zullen ons maar schikken We hebben elkaar toch Laten we maar onze wonden likken |