De illusie van tijd (deel 2)
In mijn laatste column beschreef ik de B-theorie van tijd, die stelt dat tijdsverloop een illusie is. Hoe valt deze B-theorie te rijmen met ons besef van het nu? En waarom herinneren we ons enkel het verleden?
Kliederen met verf
In mijn vrije tijd mag ik graag ‘schilderen’ – ik veeg verf op een lap textiel en na het signeren noem ik het een schilderij. Laatst had ik het volgende idee: ik schilder wat horizontale vlakken onder elkaar, elk in een andere kleur. Vervolgens druk ik een dikke stip witte verf bovenaan in midden van mijn kunstwerk. De natte verf loopt in een lijn naar beneden, en neemt onderweg wat kleur op van de horizontale vlakken. Zo verandert de lijn van wit naar roze wanneer het door het rode vlak loopt, en van roze naar een licht paarse kleur bij het passeren van het blauwe vlak, enzovoorts. Onderaan het doek heeft de lijn een bruine kleur, een mengelmoes van alle verf die het is gepasseerd.
Wanneer mijn fröbelwerkje is opgedroogd, staat er een verticale lijn met kleurverloop in het midden. Laten we nu eens twee punten op deze lijn bekijken, punt X (ergens bovenaan) en punt Y (een stukje lager). Beide punten zijn even ‘echt’, maar met een belangrijk verschil: punt Y heeft een stukje van punt X in haar ‘geschiedenis’ – punt Y is wat verder op de verticale as en heeft meer van alles daarvoor in zich opgenomen.
Realiteitsverf
Volgens de B-theorie is tijd ook een as van de realiteit. Verleden en toekomst liggen als de opgedroogde lijn verf vast op het canvas van de werkelijkheid. Dat we ons enkel het verleden herinneren is daar niet mee in strijd – op elk punt op de tijdas is ons geheugen slechts beïnvloed door alles wat daarvóór gebeurde.
Sta nu eens even stil bij het nu. Wacht een ogenblikje… en doet het nu nog eens. Beide momenten voelden heel eventjes als het heden. Voelde de tweede poging ‘echter’ dan de eerste? Waarschijnlijk niet. Het enige verschil was dat de tweede later in de tijd voelde, omdat deze al een stukje werkelijkheidsverf met zich meedroeg van de eerste poging. Iedere keer dat je dat doet, voelt het als het enige moment dat echt bestaat. Het voelt als het nu omdat alles wat ons geheugen vlak daarvoor registreerde heel dichtbij ons ligt op de tijdas. Maar, net als de verticale lijn verf, geldt dat voor élk punt op de as. Als je alle momenten van je leven in willekeurige volgorde zou beleven, zou je het niet eens merken – je geheugen herinnert zich enkel alles wat daarvoor is gebeurd.
Dood?
Als alle gebeurtenissen in je leven dan even ‘echt’ zijn, ga je dan wel eigenlijk ooit echt dood? Je leven eindigt ergens op de tijdas, maar dan op dezelfde manier als dat de lijn verf onderaan een eindpunt heeft – de gekleurde lijn zelf blijft onveranderlijk bestaan. Volgens de B-theorie is onze dood net zo reëel als de momentopname waarop je deze zin leest.
Met de natuurkunde als getuige hoef je nooit meer droevig te zijn over de veranderlijkheid der dingen: alles gebeurt voor altijd.
Lieve Job, dit alles ga ik eerdaags nogmaals lezen… En kom erop trug.
????Trian.