Delen is zilver, bewaren is goud
Ik daag je uit. Probeer eens even een dingetje te bedenken dat jij leuk vindt, maar dat verder niemand anders (die jij kent) leuk vindt of zelfs kent. Het woord dingetje klinkt klein, maar vul hem maar lekker breed in. Denk aan een bandje, youtube-filmpje, gerechtje, boekje, punnikstukje… alles mag, zolang je het kan consumeren (met je ogen/oren/wat niet al). Dingetje bedacht? Meerdere? Petje af hoor! Ik had er moeite mee.
Effe tussendoor: het kan zijn dat ik hieronder ‘dingetjes leuk vinden’ soms ‘consumeren van culturele entiteiten’ ga noemen. Weet je het vast.
Het is echt een uitdaging om iets te hebben waar alleen jij zelf van kan genieten. Alles is wel gedeeld. Waarom? Omdat iets leuk vinden enorme potentie heeft op een sociaal vlak. Want ook al sta je er bij de consumptie van culturele entiteiten niet bij stil, toch is het (naast het genot ter plekke) absoluut ook een fijne onderstreping van het gegeven dat je iets deelt met anderen die je kent. Zo is het handig dat ik Friends of Family Guy leuk vind, ook al heb ik maar zelden een expliciete interactie met anderen hierover. Randall Collins heeft hier trouwens een kneiterinteressant boekje over geschreven: Interaction Ritual Chains. Een boek waardoor je ineens iets gaat zien, wat daarvoor voor jou onzichtbaar was. En dan gaat het potdikkie ook nog eens over het gedrag van mensen en over de manier waarop dit doordrenkt is met cultuur. Wat wil je nog meer.
Wat nog wel geinig is, en dan hou ik erover op: in het boek geeft hij ook een soort van recept voor het kweken van een gemeenschap. Men neme een groep mensen, een omlijnde context en iets dat deze groep samen leuk vindt. Als je deze drie ingrediënten precies goed in de maatbeker mikt, resulteert dit in perfecte cult: dat kippenvel-gevoel dat we once in a while voelen, dat gevoel waardoor we achteraf denken ‘ik was erbij’.
Het maakt duidelijk dat culturele entiteiten eigenlijk een soort taal vormen waarmee individuen en netwerken met elkaar spreken. Het zijn dingen waarmee mensen hun eigen positie binnen een netwerk versterken, de kracht van de onderlinge relatie versterken of het complete netwerk versterken naar buiten toe (door het zich afzetten op andere netwerken). Dit laatste klinkt vijandig, maar Pierre Bourdieu heeft zijn levenswerk ervan gemaakt om duidelijk te maken dat smaak iets van conflict in zich heeft en in eerste instantie voortkomt uit wansmaak. Smaak is jezelf onderscheiden, je afzetten tegen iets anders, door deze afbakening een speelveld creëren en daar jezelf en anderen in vinden.
Omdat het principe smaak zoveel links heeft met de sociale werkelijkheid, is het supermoeilijk om iets dat smaakt voor jezelf te houden. Iets dat smaakt wekt de behoefte op gedeeld te worden.
Toch kan het juist ook heerlijk zijn om iets niet te delen, of anders maar met weinig mensen te delen. Dit vind ik precies ook de charme van het kleinste festivaltentje op het grote festivalterrein, waar de ‘willekeurige kleine bandjes’ van over hele wereld komen spelen. Dat zijn de fijne plekken waar je aan je verzameling kan werken. Pas was ik heel blij toen ik een garage rock n roll-bandje uit Puerto Rico kon toevoegen aan mijn spaarpot, naast een Japans technorock-clubje en een Frans hiphop-groepje. Zo lekker als het is dat je iets hebt (gevonden) dat bijna niemand kent, net zo jammer is het als het dan ineens de mainstream in floept. Had ik met een Spaans ska-bandje.
Tegelijkertijd kan het ook superlekker zijn om iets te delen met iemand waarvan je verwacht dat die het ook kan waarderen. Niet omdat je daarmee culturele credits kan scoren, aangezien jij dan ineens de ambassadeur van die artiest wordt (binnen die relatie), maar omdat je daarmee een heel fijn niche-je maakt in je eigen netwerk van liefhebbers.
En als je dat niet wil, is er ook nog een andere leuke mogelijkheid die is komen te ontstaan in onze nieuwe netwerkstructuur van de 21e eeuw: het opzoeken van een community van een heel klein cultureel entiteitje. Liefhebbers van dat kleine dingetje. Ik ga mezelf nu waarschijnlijk wel weer belachelijk maken, maar ik ben dus zo ongeveer met een Vanuatees en een Papoea-Nieuw Guineaan lid van een Facebook-community die Ed Rooney leuk vindt. Niet dat we wekelijks vergaderen, maar toch geinig om erbij te zitten.