Do they know it’s Christmas?
Het is weer kerstmis. Kerstliedjes door alle speakers, je kan de hoek niet omlopen of er staat een versierde dennenboom en plastic rendieren verschijnen in elk bijstandstuintje. En goede doelen, overal goede doelen! Collectebussen langs de deur, kleding-inzamelacties, Glazen Huizen en weeïge reclames op tv: kerst is immers ook de tijd om eens aan anderen te denken. ‘Do they know it’s Christmas-time at all?’ schalt vrolijk uit de speakers. Ik hoop het niet, denk ik nors. Ergens omdat ik jaloers ben dat ‘they’ het daar in de decembermaanden zonder kerstliedjes mogen doen, maar voornamelijk omdat ik me nogal afvraag waarom ze zouden wíllen weten dat het hier kerst is? Hoe leg je ze dat precies uit dan?
‘Gut wat rot is het hier he? Al dat zand en zo weinig eten. Maar ik weet iets wat je zal opvrolijken: waar wij wonen is het nu groot feest! Meer eten dan je ooit op kan, de allerduurste cadeautjes en lekker samen zijn met je aids-vrije familie. Kerstmis heet dat. Wist je niet he? Nou, we hebben in ieder geval een zak oude truien ingezameld om jullie ook een beetje van het feest te laten meegenieten. Zalige feestdagen!’
Ik vermoed dat ze het liever niet hadden geweten. En natuurlijk is het goed dat er inzamelacties zijn. Hongerkindjes hebben nog steeds meer aan een lelijke trui dan aan mijn cynische smoelwerk. Maar toch vraag me ik af hoeveel van al die gulle giften nou écht voor de kindjes zijn, en hoeveel gewoon voor ons mooie zelfbeeld. Want kijk eens hoe begaan we wel niet zijn! Met nadruk op ‘kijk eens’. Naar mij, als het even kan. Goed gefilmde weldaden harken heerlijk internetliefde binnen, waardoor het altijd op de loer ligt als een soort vieze schaduwmotivatie. Hoe awesome ik de opbrengst van Serious Request elk jaar ook vindt, het blijft moeilijk me aan het idee te onttrekken dat de drie DJ’s en hun gasten wel erg blij worden van de camera’s die hun lijdensweg filmt. Alsof Jezus elke paar stappen van de kruistocht #sufferforyoursins #blessed had getweet.
Aandachtsgeil of niet, geld binnenhalen doen ze. En daar worden échte mensen écht mee geholpen. En misschien is het feit dat we zelf een goed gevoel krijgen van mensen helpen en dat we als maatschappij het helpen van mensen in nood verheerlijken, misschien is dat wel ons échte altruïsme. Dat goed doen tot iets winstgevends is vermaakt: ons eigen lichaam en onze maatschappij belonen ons voor onze mooie daad. En of die beloning nou komt in de vorm van een warm gevoel van binnen, of een halfharde piemel omdat je jezelf op tv in een glazen doos ziet zitten, wat maakt dat dan eigenlijk nog uit?