Afleren
Mijn eerste mentor – ik liep stage in groep 3 – drukte me op het hart: ‘Afleren is moeilijker dan aanleren!’ Op dat moment spraken zij en ik over de schrijfles, en in het bijzonder de potloodgreep. Menig leerling in groep 3 hanteerde het schrijfmiddel incorrect: alsof ze ermee door een dikke, gebonden soep wilden gaan roeren. Ze pakten het stuk hout nog net niet met twee handen beet. Deze greep hadden ze zich in groep 1 en 2 aangeleerd en nu moesten wij dat er in groep 3 uit zien te slaan. Tijdens de schrijfles (waarbij de kinderen naar huidige maatstaven trouwens véél te dicht bij elkaar zaten) liepen we spiedend rond om recalcitrante of suffende leerlingen bij de hand te nemen en die hand op de juiste wijze om het potlood te vouwen. Na een tijdje zagen we daarvan het resultaat: deze kinderen konden we zonder blikken of blozen afleveren aan de volgende leerkracht.
Kinderen kennen of kunnen niet ineens iets. Om iets te leren moet je instructie krijgen, inoefenen, reflecteren en nog meer oefenen. Als bij de toets blijkt dat je het kent of kunt, moet je er daarna ook nog eens voor zorgen dat je het niet vergeet. Het is een ingewikkeld proces dat de hele basisschooltijd doorgaat. We trekken de stof uit elkaar en plaatsen die in leerlijnen. Daaraan kun je per leerdoel zien wat een leerling op welk moment in zijn ‘carrière’ moet beheersen.
In de meest ideale situatie geef je altijd onderwijs in de ‘zone van naaste ontwikkeling’ van de leerling. Vygotski, de Russische psycholoog die met dit begrip op de proppen kwam, omschreef het zo: ‘De afstand tussen het feitelijke ontwikkelingsniveau zoals vastgesteld door middel van probleemoplossen door het kind zonder hulp uitgevoerd, en het potentiële ontwikkelingsniveau zoals vastgesteld door probleemoplossen onder volwassen begeleiding of begeleiding door meer gevorderde leeftijdsgenoten.’ Klinkt wat dikdoenerig, maar probeer het maar eens in het Russisch te lezen! In het onderwijs mikken wij voortdurend op deze zone, maar eigenlijk gaat dit je hele leven zo door. Op je werk, in de liefde: het lukt allemaal niet in één keer, je gaat af en toe op je bek maar meestal komt het goed.
Meestal zijn wij mensen wel in staat om iets te willen leren. Of laat ik zeggen: áánleren. Vaak is het voor ons een stuk moeilijker om motivatie op te brengen iets áf te leren. En laat dat nou net zijn wat er op dit moment van ons allemaal wordt gevraagd: ‘social distancing’ betekent vooral dat je heel veel dingen die je gewend was te doen ineens níet meer doet. Mijn mentor zei het destijds al, en kijkend naar de ontwikkelingen in Nederland moet ik haar gelijk geven. Er zijn altijd kinderen in de klas die hun potlood blijven vasthouden als een honkbalknuppel. En wie niet horen wil, moet maar voelen. Als je geluk hebt, krijg je een boete. Als je pech hebt, krijgt iedereen een dodelijk virus. Misschien dat dit vooruitzicht mensen motiveert…